zaterdag 19 december 2009

Babette - een cursiefje

U kent ze wel. Trolleys. Voor de lezer die minder English-minded is: koffers op twee – of, zo mogelijk nog erger, víer – wielen die door de eigenaar in kwestie voortgesleept worden met behulp van een, door Wikipedia zo mooi verwoord, telescopisch hengsel. Pure horror, dat is het.

U kent ze wel. Reizigers met trolleys. Voor de lezer die minder reis-minded is: uw medemens die, tijdens een verplaatsing van punt A naar punt B, gebruik maakt van zo’n onding. Pure horror, dat is het.

U kent ze wel. Treinreizigers met trolleys. Voor de lezer die verkiest met z’n Opel Astra in de file te gaan staan en – al dan niet tegelijkertijd – nog liever doodgaat dan ooit deel te nemen aan het grote monster dat openbaar vervoer heet: ik bedoel de collega met z’n en-em-bee-es-abonnement en fancy, bij de Aldi om de hoek aangeschafte, pilotenkoffer op wielen. Pure horror, dat is het.

U kent haar wel. De blonde trolleystudente op de trein die, na u van de ingang van het station tot op het perron voor de voeten gelopen te hebben met haar roos-met-witte-hartjesgeval, tot overmaat van ramp, jawel, naast u komt zitten. Nu ben ik ook gezegend met een kanariegele haardos, maar Babette, laat ons haar Babette noemen, beschikte, behalve over een felroze trolley, ook nog eens over uitgroei. Pure horror, dat was het.

U kent het wel, of u heeft er ten minste al eens iets over opgevangen. De walvisstaart. Voor de – Entschuldigung – vijftigplussers onder ons: zo’n stuk string die over een jeansbroek heen piept en weinig aan de verbeelding overlaat. Babette had er ook zo een. Pure horror, dat was het.

U kent het wel. Medepassagiers die de hele rit lang zitten bellen naar hun moeder, hun lief of, in het ergste geval, hun beste vriendin en werkelijk álle details over de avond ervoor met de voltallige treinwagon delen. In een onmogelijk dialect. Met een stem die schettert in uw oor. U raadt het al, Babette. En inderdaad, pure horror.

U kent het wel. De starende, niet herkennende blik van een andere trein-er naar het boek in uw handen. Misdaad en straf van Dostojevski. En de verbazing in die ogen. Jawel, Babette.

U kent het wel. De nieuwsgierigheid waarmee u naar de andere reizigers kijkt die opstaan om, samen met u, op uw eindbestemming uit te stappen. De bochten waar u uw hersenen in draait als alle gezichten die u ooit hebt ontmoet, als een diavoorstelling, in uw hoofd passeren. Om dan te moeten vaststellen dat u uw ouders eens vaker met een bezoekje moet plezieren. En niet alleen met kerst.

U kent het wel. De vrolijkheid waarmee u van de trein stapt omdat u geen jengelende ringtones meer moet aanhoren – de laatste van Lady Gaga, godbetert – of ellenlange gesprekken over dat nieuwe vriendje dat zo lekker is in bed. Jaja, Babette.

Groot was dan ook mijn verbazing toen Babette, na haar trolley over mijn tenen gereden te hebben, samen met mij van de trein stapte. En dezelfde weg volgde naar het huis van mijn ouders. Vervolgens mijn broer, die de deur voor ons opendeed, met een gelukzalige glimlach voluit op de mond zoende. “Ha, Eldrid, heb je mijn nieuwe vriendin al ontmoet? Dit is Kimberly.” Pure horror, dat was het.

donderdag 26 november 2009

“Kerstmis is óók een moslimfeest!”

Aangezien de religieuze betekenis van Kerstmis jaar na jaar vermindert en de nadruk nu vooral op gezellig samenzijn – en cadeautjes – ligt, wou ik wel eens weten of niet-christenen ook Kerstmis vieren en zoja, hoe vullen zij dat in? Ik ging deze week op stap in Ledeberg en vroeg de mening van de moslimgemeenschap.

Met Kerstmis wordt de geboorte van Jezus van Nazareth gevierd. Zowel christenen als moslims beschouwen Jezus als de messias die bij het einde der tijden naar de aarde terug zal keren. Beiden geloven dat Jezus de zoon is van de maagd Maria (of Maryam in de islam). Christenen zien Jezus van Nazareth echter als de zoon van God, terwijl Isa (zoals hij door moslims wordt genoemd) vooral aanzien wordt als een belangrijke profeet.

Maar wordt Kerstmis door moslims gevierd? Leyla Yildiz, die met haar man een kruidenierszaak heeft in Gent, schudt heftig het hoofd. Op de vraag of ze dat ook niet voor de kinderen doet, antwoordt ze weer ‘neen’. Laouini Hasna van de halalslagerij iets verderop bevestigt Leyla’s verhaal. “Kerstmis is niet ons feest. Moslims vieren alleen het einde van de ramadan – het Suikerfeest – en het Offerfeest dat er nu vrijdag aankomt.” De dame die na mij de slagerij is binnengewandeld, knikt. “Wij geloven wel in kerst en de profeet Jezus, maar dat vieren wij niet, net zo min als de geboorte van Mohammed”, vertelt Mahmaudi Zakia.

Mahmaudi voegt er wel aan toe dat ze moslims kent die Kerstmis vieren. Ook de kinderen vieren het op school, maar thuis worden er geen cadeautjes gegeven op 25 december. Nieuwjaar wordt dan weer wel gevierd, “want dat is een feest voor iedereen”, lacht slagersvrouw Laouini. Ze geeft wel toe dat ze kerstversiering ophangt in de winkel. “Ik kan moeilijk geen boom zetten of lichtjes hangen in de slagerij, de klanten verwachten dat.” Rond de kerstperiode verkoopt Laouini wel vlees voor de feestdagen, maar ze kent geen moslims die kerstinkopen komen doen.

Onderbuur Belaïd El Arras vertelt me een ander verhaal. “Wij vieren wel Kerstmis, al doen we dat niet zo uitbundig zoals christenen. Cadeautjes komen er niet aan te pas, maar wij gaan wel eten bij familie en snoepen.” Belaïd vertelt me dat moslims geen onderscheid mogen maken tussen de verschillende profeten, en dat de familie El Arras dus ook het feest van Mohammed viert dat dit jaar net na nieuwjaar valt. Als ik opmerk dat andere moslims me vertelden dat ze geen kerst vieren, is hij verontwaardigd. “Diegene die dat zeggen kennen de islam niet. Kerstmis is óók een moslimfeest!”

Ik haal er dus maar een officiële uitleg bij. “Kerst wordt bij moslims inderdaad niet gezien als een officieel feest, alleen het Suiker- en Offerfeest zijn dat. Alle andere momenten zijn herdenkingsmomenten”, bevestigt Youssef Souissi, voorzitter van de Vereniging voor Ontwikkeling en Emancipatie van Moslims (VOEM). “Wij delen in de vreugde van onze niet-moslim buren tijdens de kerstperiode en zullen hen zeker gelukwensen, net zoals wij hen met het Offerfeest vrijdag zullen trakteren.” Souissi voegt eraan toe, “Jezus wordt trouwens elke dag, samen met de andere profeten, vereerd tijdens het gebed. Wij maken daar ook geen onderscheid in. Wie aan Jezus raakt, raakt ook aan ons. Hij is voor ons evenveel waard als Mohammed.” Volgens Souissi heeft Kerstmis ook niets te maken met Jezus. Wanneer ik hem ongelovig vertel dat we dan toch zijn geboorte in Betlehem vieren, valt hij me in de rede. “Kerst is gebaseerd op een heidens feest dat op de kortste dag van het jaar de terugkeer van de zon viert. De Kerk heeft daar later Kerstmis van gemaakt. En nu is het vooral een maatschappelijk en commercieel feest geworden.”

Maar dat neemt niet weg dat moslims kerst kunnen vieren. “Als mensen iets willen vieren buiten onze twee feesten, dan zijn zij daar vrij in”, zegt Souissi. “Moslims kiezen voor zichzelf of ze Kerstmis vieren of niet. Hoe meer mensen vanuit een godsdienstig standpunt feest vieren en profeten vereren, hoe dichter ze staan bij God, en dat is goed. Een viering organiseren kan nooit kwaad. Je kunt niet zeggen dat iemand te veel of te weinig moslim is volgens de feesten die hij viert. Het belangrijkste is dat vreugde gedeeld en eerst gecreëerd moet worden, en wij zullen de eersten zijn om dat te doen.”

zaterdag 7 november 2009

Verkoop Hitlerhuis verontrust stadsbestuur

De verkoop van Adolf Hitler’s geboortehuis zorgt voor ophef bij het lokale gemeentebestuur. Het huis in Braunau am Inn, Oostenrijk, waar de nazileider de eerste jaren van zijn leven doorbracht, staat te koop voor 2,2 miljoen euro.

Bewoners en politici vrezen dat het huis in handen zou vallen van rechts-extremisten, om dan als gedenkplaats te dienen. Gerhard Skiba, burgemeester van Braunau, wil dat voorkomen maar geeft toe dat het stadsbestuur geen geld heeft om het huis zelf te kopen.

Momenteel heeft een organisatie voor andersvaliden er haar intrek genomen. Daarvoor werd Hitler’s geboortehuis ook nog gebruikt als bibliotheek, bank en technisch instituut.

Geschiedkundigen stellen voor om het huis in Braunau in te richten als museum. Burgemeester Skiba gaat hier evenwel niet mee akkoord. “Dat zou mensen van over de hele wereld aanmoedigen om de plaats te bezoeken”, meldt hij.

Skiba denkt gelukkig niet aan de extra inkomsten die deze lugubere vorm van toerisme met zich mee zouden brengen. Hij wil vast ook niet nog meer aandacht voor zijn stad die, jammer genoeg, de geboorteplaats is van ’s werelds grootste massamoordenaar.

Maar wat is de ideale bestemming voor het huis aan de Salzburger Vorstadt 15? Misschien kan Braunau inspiratie opdoen bij de stadsbesturen van Marcinelle en Sars-la-Buissière. Zij hebben de gruwelhuizen van Marc Dutroux in hun gemeenten opgekocht om te voorkomen dat ze in slechte handen zouden vallen.

Het huis in Marcinelle, waar Dutroux onder andere An en Eefje vasthield in zijn geheime kelder, wordt door het stadsbestuur van Charleroi afgebroken. Daarna wordt er een herinneringsmonument opgericht voor de slachtoffers van de kindermoordenaar. Ook het huis in Sars-la-Buissière, waar de lichamen van de Luikse vriendinnetjes Julie en Mélissa gevonden werden, wordt afgebroken en zal plaats maken voor een park.

Momenteel herinnert alleen een gedenkplaat voor het Hitlerhuis in Braunau de miljoenen slachtoffers van het nazisme. Op de “Gedenksteen tegen Oorlog en Fascisme”, ook wel kort “Mahnstein” genoemd, staat:

Für Frieden, Freiheit
Und Demokratie
Nie wieder Faschismus
Millionen Tote mahnen

(Voor vrede, vrijheid en democratie. Nooit meer fascisme. Miljoenen doden verwittigen ons.)

De gedenksteen komt uit een steengroeve nabij het concentratiekamp van Mauthausen-Gusen, zo’n honderd kilometer verderop.



Bron: http://news.bbc.co.uk/2/hi/europe/8347438.stm

dinsdag 3 november 2009

Green Day overwhelms Manchester


Fair is fair, so I have to admit that I am not much of a concert goer. Nonetheless, Green Day’s concert last Saturday in the Manchester Evening News Arena is the best I’ve ever been to.

Manchester was rocked to the core as explosive punk rock band Green Day played an amazing set, backed with fireworks, sing-alongs and spooky Halloween outfits.
From beginning to end it was more than just a concert, it was a proper party that lasted an impressive three hours.

The band set the tone for the night as they played an energised version of 21st Century Breakdown, with front man Billie Joe Armstrong adoring the overwhelming applause from the 17,000 fans present.

Green Day played twenty-nine songs, the majority from their latest album. 21 Guns was first-class, as were Know Your Enemy and East Jesus Nowhere, their latest single. Favourites from the past also stood out, Basket Case and She kept the old school fans more than happy.

The band also showed their humorous side by wearing fancy dress costumes, with drummer Tre Cool posing in a rather sexy pink bra and hat combination during their classic King For A Day.

Apart from brilliant performances, Green Day proved once again that they are one of the most gloriously entertaining bands of the moment. Armstrong demanded the crowd’s participation throughout the show, allowing for instance to let three lucky fans take over the stage.

The Manchester audience were thrilled when the American rockers covered local bands Oasis with Champagne Supernova and the Buzzcocks hit Ever Fallen In Love.
Billie Joe finished off the gig, as ever, on his own with a very intimate acoustic sequence of Last Night On Earth, Wake Me Up When September Ends and Good Riddance (Time Of Your Life).

The only low point of the concert were support act Prima Donna who are, to be honest, too mundane to be on tour with one of the best American punk rock bands of the moment. They were, luckily, quickly forgotten when Green Day’s side project band Foxboro Hot Tubs played a three song set, making their first ever appearance outside the US.

In short, whenever Green Day lands near your door, make it a must-see event you won’t regret!


Eldrid saw Green Day on 31 October 2009 at the Evening News Arena, Manchester.

www.greenday.com

vrijdag 30 oktober 2009

Andrew Sullivan - Why I Blog

Journalist Andrew Sullivan maakt een passende vergelijking in zijn essay 'Why I Blog' van de steeds populairdere blogs - zoals deze - met jazzmuziek. Beide kwamen later op het toneel dan de traditionele vormen, respectievelijk gedrukte journalistiek en gecomponeerde, gecontroleerde muziek. Blogs mogen dan wel sneller en toegankelijker zijn, ze kunnen een langere gedrukte tekst die je in bed kunt lezen niet vervangen. Evenmin kan jazz de klassieke muziek buiten spel zetten. Dat is ook niet de bedoeling, zegt Sullivan. Een blog vraagt een andere manier van lezen en schrijven, terwijl jazz anders speelt en klinkt. Blogs en jazz zijn goede aanvullingen en vragen een sterkere inmenging van een publiek, en zo moeten ze ook beschouwd worden. Naar mijn mening heeft het geen zin om gedrukte journalistiek - kranten en magazines, zeg maar - lijnrecht tegenover blogs en internetjournalistiek te plaatsen. Beide hebben hun plaats in het medialandschap, net zoals jazz in de muziekwereld.

donderdag 22 oktober 2009

Federico en het Historisch Geheugen

Federico García Lorca wordt deze week opgegraven. Na jaren gekibbel gaven de nabestaanden van Spanjes belangrijkste en populairste dichter-toneelschrijver onlangs eindelijk hun toestemming om hem naar boven te halen.

De familie Lorca vond immers dat Federico best mocht blijven liggen in het massagraf waar hij naar verluidt begraven ligt. Zo kan, volgens zijn nicht Laura Lorca, één van de bekendste slachtoffers van het franquisme de Spanjaarden blijven herinneren aan “de verschrikkelijke misdaden gepleegd ten tijde van Franco en de onderdrukking.” 1

Lorca werd gefusilleerd in het begin van de Guerra Civil op 19 augustus 1936 omwille van zijn sympathieën voor de Frente Popular (het Volksfront – de rechtmatige winnaars van de verkiezingen in februari 1936) en voor zijn homoseksualiteit.

Rumour has it dat hij, samen met twee vakbondslieden en een leraar, begraven ligt onder een olijfboom langs de weg die van Víznar naar Alfacar in de streek rond Granada leidt. Naar aanleiding van de in 2007 goedgekeurde Ley de Memoria Histórica wilden de families van de drie anderen hun familieleden wel opgraven.

Deze wet erkent eindelijk de slachtoffers die tijdens en na de oorlog door Franco en de zijnen vermoord werden. Naast schadevergoedingen en het verwijderen van alles wat in het straatbeeld naar de dictatuur verwijst, voorziet de wet ook in staatshulp om verloren familieleden op te sporen, te identificeren en op te graven uit de tientallen massagraven die Spanje vandaag de dag nog steeds rijk is.

Aangezien de families van de drie mede-geëxecuteerden hen een begrafenis willen geven, kunnen de Lorcas niet anders dan hun Federico ook opgraven. Wat erna gebeurt met de dichter, is nog niet bekend.

Het valt evenwel nog af te wachten of Federico ook gevonden wordt, want zeker dat hij daar ligt is niemand. Ook doet het gerucht de ronde dat de Lorcas Federico zelf al jaren geleden naar boven hebben gehaald en in het familiegraf geplaatst.

Maar eigenlijk doet dat er niet toe. Het belangrijkste is dat de Spanjaarden nu eindelijk in het reine moeten komen met een verleden dat veel te lang stilgezwegen werd.

Tardará mucho tiempo en nacer, si es que nace,
un andaluz tan claro, tan rico de aventura.
Yo canto su elegancia con palabras que gimen
y recuerdo una brisa triste por los olivos.²

Lang duurt het voor nog wordt geboren, als hij al geboren wordt,
een Andalusiër zo stralend en zo rijk aan avontuur.
Zijn sierlijkheid bezing ik met kermende woorden
en weet: door de olijven ruist een trieste bries.³


1 http://news.bbc.co.uk/2/hi/europe/7624887.stm
² Uit ‘Alma Ausente’, Llanto por Ignacio Sánchez Mejías, 1935.
³ Vertaald door Bart Vonck in de reeks ‘De mooiste van…’, uitgegeven door De Morgen – Wereldpoëzie, 2006.

zondag 11 oktober 2009

O jee, Deprez

Vrijdagavond, het plaatselijk gemeenschapscentrum (GC voor de vrienden). Net op tijd binnen (19u59), maar oei: tickets A1 tot A4 en A14. “Geen probleem,” zegt de zus, “die mensen zullen allemaal wel een plaatsje opschuiven zodat we met vijf naast elkaar kunnen zitten, toch?”

Nee dus, de locals gaan niet akkoord, hoewel ze één voor één en tout le monde op de eerste rij zitten, met hun neus onder het podium. Mevrouw A13: “Ja maar, dan ga ik nóg meer aan de kant zitten.” Een vriendelijk “Neen, sorry, dan zie ik niets” kan er niet af.

Rustig blijven, lief kijken, mooiste glimlach uit de kast, blijven kijken, recht in haar ogen, zij kijkt terug, ook recht in míjn ogen, met ogen die zeggen “No way, snotneus, mijn zwaarlijvigheid komt het eerste anderhalf uur niet uit deze stoel.”

Even borrelt de voorbereiding op een uiterst plat West-Vlaams weerwoord op, maar ach, de reddende engel! Haar gezelschap, een jonge dame in A12, stelt heel vriendelijk voor om op A14 te gaan zitten. Oef.

Maar nu is A5 nog niet vrij. De zus blijft lobbyen bij de man met de bril die weigert op te schuiven. Dat hij nog steeds alles zal zien (zoals dat gaat bij mensen die op de eerste rij zitten) dringt nog altijd niet tot hem door.

Zus blijft rustig, kijkt lief, mooiste glimlach uit de kast, blijft kijken. En het wèrkt! Zal die vijf jaar extra wijsheid die zich tussen ons bevindt wel zijn. Mooi, daar gaan we dan, familie A1 tot A5 op de eerste rij in het GC tijdens een voorstelling van Wouter Deprez.

‘Je zal alles worden’ is een show over Joshua, Deprez’s jongste telg. Uitgangspunt is ’s vaders boek met brieven aan zijn zoon, Waarom je moeder en ik bijna altijd een kamerjas dragen.

Deprez brengt er enkele brieven uit en mijmert over de evolutie van zijn kind, van diens verwekking en geboorte tot gefilosofeer over kinderen in het algemeen. De brieven werden mooi gebracht, alhoewel ik van tijd tot tijd het gevoel had in een sessie voor aanstaande moeders van De Gezinsbond te zitten.

Daarnaast is de voorstelling doorspekt met zijdelingse moppen, de ene al beter geslaagd dan de andere. De grap over Kim Gevaert die het snelst in haar broek doet tijdens een wedstrijd mocht er volgens het publiek overduidelijk uit.

Het bibliotheek-van-Gentstuk viel wel in de smaak en werd door Deprez subliem gebracht, hoewel het hoogtepunt een goede timing miste. Ook aan de overgangen tussen de verschillende stukjes moet nog geschaafd worden.

Al bij al is ‘Je zal alles worden’ een goede show. Wouter Deprez kan er, ondanks de iets mindere stukken, zeker iets moois van maken als hij zorgt voor een goede afwisseling tussen diepgaand bezinnen en expliciete grappen.

Deprez stond dicht bij het publiek en betrok het ook in zijn show, iets wat ondergetekende aan den lijve mocht ondervinden. Op de eerste rij gaan zitten is nooit een goed idee, tenzij het een intiem concert van Zjef Vanuytsel betreft.

Maar het waren de laatste tickets, dus je denkt al eens, “Goh, ’t is dat of niks,” en niks is ook zo weinig. Dankzij Deprez en zijn interactie met die eerste rij weet mijn voltallige hometown nu dat de zus samen is met een vriendje die net iets teveel jonger is volgens de gangbare norm hier, dat ik het ‘slechte’ karakter van de vader meeheb en ook ondeugend en aldus rebels ben (daar gaat mijn seut-imago) en wij allemaal een nieuw-samengesteld gezin vormen, wat ook al indruist tegen het waardenbesef alhier. Op zich allemaal niet zo erg, behalve dan voor het vriendje van de zus die zich bijwijlen een snotneus voelde.

Tot Wouter Deprez wel eens wilde weten of de vader zich nog herinnerde waar de kinderen verwekt werden. Nu speelt de vader al eens graag het spelletje mee, maar zelfs voor hem ging Deprez te ver. Gelukkig bleven wij niet de kop van Jut, en werd voor A1 tot A5 zelfs een applaus gevraagd op het eind.

Als u niet van actieve rollen bij een cabaretier houdt, of u vindt uw thuissituatie iets te pijnlijk om te delen met de rest van uw dorp, u bent gewaarschuwd.


Wouter Deprez geeft nog try-outs van ‘Je zal alles worden’ doorheen gans Vlaanderen in oktober en november. De première volgt op 17 december 2009 in NTGent.
Waarom je moeder en ik bijna altijd een kamerjas dragen is voor 17,95 euro te koop bij de betere boekhandel.

zaterdag 10 oktober 2009

Bruxelles-Midi

Welkom bij Bruxelles-Midi. Neen, dit wordt geen blog voor fervente trainspotters of fans van het ter ziele gegane Studio-Brusselprogramma met Dave Peters. Deze blog vertaalt de gezonde maar kritische kijk van een student journalistiek in Brussel. Ik woon sinds kort met twee mede-filologen in een huis in Ledeberg en spoor ongeveer vier keer per week naar Brussel voor lessen en terug. In het weekend ga ik naar mijn thuis in het verre zuid-West-Vlaanderen. Daarnaast neem ik ook regelmatig de trein naar het land waar The Sun nooit ondergaat. Genoeg stof voor verhalen dus.

Maar eerst even iets over die titel. Elke Vlaming die voor het eerst met de trein in Brussel aankomt vraagt zich af waarom Brussel-Zuid niet ‘Sud’ heet in het Frans. Een eenvoudig antwoord. ‘Midi’ verwijst, naast de middag of het midden, naar het zuiden van een plaats of regio. Vraag blijft wel waarom de Engelse versie van de Eurostarwebsite ernaar verwijst met ‘Brussels-Midi’. En heet de luchthaven van Charleroi niet Bruxelles Sud? Of wilde de Dienst voor Station- en Luchthavennamen die arme Amerikaanse toeristen niet verwarren door twee Brussels-Zuid op 62 kilometer van elkaar te plaatsen in dit ‘oh my god, Europe is so small’-continent? Voor mij een vraag en ook geen weet. Maar het blijft een goede titel voor deze blog, omdat het een knooppunt vormt voor al mijn bezigheden. Nogmaals welkom, en geniet.