zondag 28 maart 2010

“Nog liever kruidenier dan spellenmaker” - Het wel en wee van de Belgische game-industrie

In de gamesector rinkelen de kassa’s de laatste jaren luider dan in de filmindustrie. Grote Amerikaanse studio’s zoals Electronic Arts zijn alom bekend. Maar wat bijna niemand weet, is dat er bij ons om de hoek ook games ontwikkeld worden. Een wandeling door het jammer genoeg vrij kale Belgische gamelandschap.

“Belgen beginnen liever een kruidenierszaak dan een gamebedrijf. Het zou leuk zijn mocht er meer concurrentie zijn.” Hoewel hun rijtjeshuis in hartje Gent er van buitenaf net zo uit ziet als alle andere in de straat, runnen Michaël Samyn en Auriea Harvey hier wel degelijk hun studio Tale of Tales.

Met slechts een tiental bedrijven is van een ‘game valley’ in België op z’n zachtst gezegd geen sprake. Toch huizen een aantal succesvolle spelontwikkelaars in ons land.

De Belgische game-industrie omvat een brede waaier aan ondernemingen. Van studio’s die in opdracht werken van grote uitgeverijen, tot onafhankelijke ontwikkelaars die met eigen spellen op de markt komen.

Een van die ‘indie’ studio’s is Tale of Tales. Hun grootste commerciële succes is ‘The Path’, een horrorgame die gebaseerd is op het sprookje van Roodkapje. Stereotiepe game-elementen kom je in het spel niet tegen, filosofische onderwerpen des te meer.

“Bij ons staan het thema en de boodschap op de eerste plaats. Onze verhalen kun je niet vertellen met traditionele gametechnieken. ‘The Path’ gaat over doodgaan, dan kun je de speler toch geen muntstukjes laten verzamelen?”, legt Samyn uit.

De nadruk ligt bij Tale of Tales dan ook niet zozeer op het spel, maar veeleer op de ervaring van de speler. Zo trekken Samyn en Harvey met hun experimentele games vooral een alternatiever publiek aan. Wat ook bijzonder is, is dat de helft van hun spelers vrouwen zijn. Bij traditionele games is dat zelden het geval, en voelen vooral mannen zich aangesproken.

Hoge toppen

Ook Visual Impact richt zich niet tot stereotiepe gamers. Hun consolespellen, waaronder de Nintendo DS-versie van ‘Harry Potter en de Orde van de Feniks’, zijn bedoeld voor een jonger publiek.

Van ‘Laura’s Passie: Babysitten’ gingen wereldwijd al 2,8 miljoen exemplaren over de toonbank. Het bedrijf viert deze maand zijn zestiende verjaardag, en ontwikkelt vooral in opdracht van grotere bonzen, zoals het Franse Ubisoft.

De bekendste Belgische game is echter ‘Divine Divinity’ van Larian Studios, de grootste spelontwikkelaar van ons land. De roleplayinggame werd in 2002 wereldwijd een groot succes. Ondertussen bracht Larian ook al een vervolg op de reeks uit, ‘Divinity II: Ego Draconis’ (foto), dat minstens even succesvol belooft te worden.

Ook scoorde het Gentse bedrijf hoge toppen met ‘Ketnet Kick’, een interactief spel voor de jongerenzender van de openbare omroep. Het idee werd zelfs onder meer aan de BBC verkocht.

Oerdegelijk België

Aan talent dus geen gebrek, aan bedrijven daarentegen wel. “Er zijn zo veel mogelijkheden met games. Meer studio’s en kunstenaars zijn dus welkom. Zo wordt de aandacht van het publiek voor games groter. Dat zijn dan ook geen concurrenten, maar partners in de strijd”, lacht Samyn.

Naast een tekort aan overheidssubsidies, zorgt ook onze houding tegenover games voor een gebrekkige interesse. “Belgen zijn conservatief wat trends en technologie betreft. In Nederland zijn ze wel vroeg op de kar gesprongen, omdat ze inzagen dat er veel geld mee te verdienen valt. Wij zijn minder ambitieus en houden van oerdegelijke, conservatieve bedrijven.”

Bij Visual Impact horen we hetzelfde verhaal. Hoewel het bedrijf zestien jaar geleden in Aalst uit de grond werd gestampt, werken er toch meer ontwikkelaars in hun Franse vestiging. “In Frankrijk is er een grotere cultuur op het vlak van gameontwikkeling dan bij ons”, legt directeur Kris Van Lier uit. “Daardoor is er een echt netwerk van mensen met ervaring. Hier in België was en is dat nog steeds niet zo.”

Toch is er aan enthousiastelingen geen gebrek. “Veel mensen voelen zich aangetrokken tot game development, maar hun ideeën staan vaak ver van de realiteit. Het leven van de sterren kun je toch ook niet vergelijken met wat je in Dag Allemaal leest?”

Voetballen

Hoewel Tale of Tales en Visual Impact mijlenver uiteen liggen, zijn ze het er allebei over eens dat de gamecultuur in ons land nog moet groeien. Een stap in de goede richting zijn de opleidingen die de laatste jaren hun opmars maken in Kortrijk, Leuven en Hasselt.

Volgens Rik Leenknegt, coördinator van de opleiding Digital Arts en Entertainment aan de Hogeschool West-Vlaanderen, is de Belgische markt te klein om alle studenten aan het werk te zetten (zie onderaan).

Samyn hoopt dat afgestudeerden zelf gamestudio’s opstarten. “Dat is beter voor de sector, maar ook verstandiger voor hen. Als je in het buitenland voor grote bedrijven gaat werken, is dat net zoals voetballer worden. Dat zijn heel zware jobs, en na vijf of tien jaar ben je eraan. Hier verdient iedereen zijn zondag en moet je na 17u niet meer komen zeveren. De eisen in de VS liggen veel hoger.”

Toch heeft de kleine Belgische game-industrie ook een voordeel. “Zo kunnen wij als klein bedrijfje opvallen. In New York zou dat onmogelijk zijn,” legt Samyn uit. “Die conservatieve kant van de Belgen vinden wij niet eens zo erg.”


“België is een kweekvijver voor creatievelingen”

Rik Leenknegt is coördinator van de opleiding Digital Arts en Entertainment aan de Hogeschool West-Vlaanderen. Vorig jaar studeerde een eerste lichting van 32 gamemakers af.

Vinden uw studenten snel een job in de gamesector?
Nee, de afzetmarkt in België is niet groot genoeg om aan alle afgestudeerden werk te bieden. Maar de game-industrie is een mondiale business. We hebben onze studenten altijd duidelijk gemaakt dat ze hun horizon ook moesten verruimen over de grenzen.

Waarom zijn er zo weinig studio’s in België?
Games ontwikkelen is arbeidsintensief, en voor zulke sectoren zijn wij een heel duur land. De overheid voorziet niet genoeg in subsidies. Ook zijn onze jongeren niet zo ondernemend, en zijn ze bang om risico’s te nemen.

Is er een toekomst voor spelontwikkelaars in ons land?
Voor de productie van games niet. Dat wordt uitbesteed aan goedkopere landen. Maar voor het ontwerpen van spellen, zeker. Wij zitten centraal in Europa, en hebben een heel rijke culturele en historische bagage. De ideale kweekvijver voor creatief talent, dus. Maar dan moeten we zorgen voor een interessante economie die mensen aantrekt. Nu sturen we hen vooral weg.



Dit artikel verscheen op 26 maart 2010 in de City Clickers-bijlage van Metro.

donderdag 25 maart 2010

Kleurrijke indianenkunst op een sokkel


BRUSSEL – De kleurrijke alebrijes in Bozar zijn eerlijke kunstwerken die de autochtone Mexicaanse bevolking helpen overleven. De figuurtjes doen ieders verbeelding op hol slaan en vertegenwoordigen de populaire kunst op het ¡México! –festival.

In het kader van het ¡México! -festival haalt de Brusselse Bozar voor de eerste keer alebrijes naar ons land. De figuren, gemaakt uit papier-maché of hout, stellen fabelachtige schepsels voor in de meest schreeuwerige kleuren.

Fantastische schepsels zoals een hond met geel-zwart Marsupilami-lijf en een blauwe snoet, of een hagedis met vissenstaart, wolvensnuit en paarse sint-jakobsschelpen als ogen. Het doet wat denken aan de Zonnekind-puzzels waar lichaamsdelen van verschillende dieren één wezen vormden. Net als toen voelt iedereen zich terug kinds in de Hortahal, en worden de wildste dromen hier werkelijkheid.

Bozar wil met het festival, waarmee tweehonderd jaar Mexicaanse onafhankelijkheid en honderd jaar revolutie gevierd wordt, immers niet alleen de grote namen uit de Mexicaanse cultuur aan bod laten komen. Ook populaire kunstvormen maken deel uit van de Mexicaanse samenleving, en kunnen dus moeilijk over het hoofd gezien worden.

Hoewel de alebrijes en andere ambachten al decennialang bestaan, werden ze door de bevolking nooit erkend als kunst. In 2006 bracht de Belgische Marie-Thérèse Hermano De Aranjo daar verandering in en startte het Museo de Arte Popular, een museum voor volkskunst, in een oude brandweerkazerne in Mexico-stad. Alle Mexicaanse populaire kunstvormen, van piñata’s tot meubels, krijgen er een eigen stek.

Volgens De Aranjo, die er al decennialang woont, telt Mexico zo’n acht miljoen ambachtslieden. Het MAP toont de wereld wat ze kunnen, en houdt hen ook aan het werk. Elke donderdag worden de beste werken gekozen uit een hele reeks die lokale kunstenaars hen aanbieden. De stukken worden door het museum gekocht voor een eerlijke prijs en er tentoongesteld. Met het geld kunnen de indianen hun families onderhouden, en krijgen ze de mogelijkheid om zich in de kunst van de alebrijes te specialiseren.

Met een mengelmoes aan monsterlijke, dierlijke en menselijke kenmerken in fluokleuren geven de alebrijes uitdrukking aan onze wildste fantasieën. Daar haalde ontdekker Pedro Linares in de jaren 1930 trouwens ook de mosterd. Zwevend tussen leven en dood, droomde hij op zijn ziekbed van kleurrijke wezens die hem in een bos vergezelden.

Eenmaal genezen, maakte Linares de eerste alebrije uit papier-maché tijdens de Mexicaanse goede week. De figuur, die gebaseerd was op de duivel, werd verbrand om angsten uit te drijven. Ondertussen nam ook de indiaanse bevolking uit de Oaxaca-regio de ambacht over, maar combineerde ze met haar jarenlange traditie van houtbewerken.

Alebrijes zijn een belangrijk deel van het Mexicaanse culturele erfgoed geworden. Elk jaar in oktober organiseert het MAP zelfs een grote parade waarin de meest kleurrijke figuren door de straten van de hoofdstad passeren.

Hoewel de surrealistische wezens nogal in het niets vallen in vergelijking met de portretten van de grote Frida Kahlo een zaal verderop, is deze tentoonstelling toch de moeite waard om te bezoeken. En populaire kunst op een sokkel kan alleen maar aangemoedigd worden.

Met dank aan Joris Janssens voor de foto's.

maandag 15 maart 2010

Liefde in haar rauwe gedaante


BRUSSEL – ‘Twilight’-ster Robert Pattinson wil af van zijn vampierenimago, en neemt nu ook serieuze rollen onder handen. ‘Remember Me’ is een not-your-typical love story, en hoewel veel films zichzelf zo omschrijven, werd ik van begin tot eind verliefd op dit romantische drama.

New York, de zomer voor de terreuraanslagen van 11 september 2001.
Tyler Hawkins is een rebelerende rijkeluiszoon die de zelfdoding van zijn broer, en dat is nog zacht uitgedrukt, allesbehalve verwerkt heeft. Vader Charles leeft alleen voor zijn bedrijf, en dat heeft zo zijn gevolgen voor zijn huwelijk.

Ook de kinderen lijden eronder, en niet in het minst Tylers hoogbegaafde elfjarige zus Caroline. De spanningen tussen Charles en zijn zoon lopen vaak hoog op, tot Tyler Ally ontmoet. De twee groeien naar elkaar toe en voor het eerst in jaren lijken ze beide gelukkig te kunnen worden.

Tot hier lijkt ‘Remember Me’ een film vol clichés te zijn. Maar niet alleen geeft regisseur Allen Coulter een nieuwe dimensie aan het begrip romantisch drama, wie na de film de cinema verlaat is zelfs even van slag.

Het verhaal is zo ontroerend dat je er dagen nadien nog over zit te tobben. En hoewel de grote identiteitskwestie van elke twintiger misschien niet zo origineel is, is de uitwerking ervan dat wel.

‘Remember Me’ toont niet alleen de mooie randjes van relaties, maar ook de rauwe werkelijkheid. Tyler en Ally zijn twee gekwetste zielen die elkaar, met ups en downs, weer gelukkig proberen te maken.

En als Tyler het klasgenootje van zijn zus bij de kraag grijpt en het brandblusapparaat door het klasraam gooit, heeft niemand het gevoel dat het teveel wordt. Geweld en tragedie worden vermengd met liefde en vriendschap, en net daarom is ‘Remember Me’ zo realistisch.

Daarbovenop moet gezegd dat Robert Pattinson, ondanks zijn gillende-tienermeisjes-status, een prachtige Tyler vertolkt. Ook de piepjonge Ruby Jerins is een meesterzet van de regisseur. De scènes tussen Caroline en Tyler zijn dan ook echte pareltjes.

Ook Pierce Brosnan speelt zijn rol als de koele businessman Charles met verve. En zoals nagenoeg elke film die zich afspeelt in het bruisende Manhattan, speelt ook de grootstad hier een rol. Het New York van voor 9/11 kan bijna niemand zich nog herinneren.

Ook hierdoor heeft ‘Remember Me’ net dat tikkeltje meer. Wie genoeg heeft van Hugh Grant en co, moet deze film dus beslist gaan zien.

'Remember Me' komt uit in België op 7 april.


///www.rememberme-movie.com

dinsdag 9 maart 2010

Leven en dood in zeven verhalen


BRUSSEL - Zes soldaten kloppen aan bij volkomen onbekenden, een stervende makker over hun schouder. Ze vluchten voor het Duitse leger en vragen aan de vrouw des huizes of ze hun vriend kan begraven. Als de vrouw de naam van de dode vraagt, geeft de jongste soldaat zijn eigen naam op. «Alsof je je rugzak van je rug haalt, maar dan nog meer, heel veel meer.» ‘Bij de dag’ is een van zeven kortverhalen die in ‘Avondlucht’ gebundeld zijn. De subtiele manier waarop Silvio D’Arzo dilemma’s over leven
en dood met een minimum aan woorden beschrijft, is indrukwekkend.


Silvio D’Arzo, Avondlucht, Van Gennep, 96 p., € 9,90 ***

Deze recensie verscheen op 25 januari 2010 in Metro.

zaterdag 6 maart 2010

De Oscars: Battle of the exes

BRUSSEL - Morgen worden de Oscars uitgereikt. Tijdens het filmhoogtepunt van het jaar belooft het een spannende strijd te worden tussen James Cameron en ex-vrouw Kathryn Bigelow, die met 'Avatar' en 'The Hurt Locker' elk negen nominaties in de wacht sleepten.

In de categorie beste film dingen naast 'Avatar' en 'The Hurt Locker' ook onder meer de komedie 'A Serious Man' van de Coen brothers en de animatiefilm 'Up' naar de hoofdprijs.

Andere genomineerden voor beste film zijn Quentin Tarantino's absurde nazifilm 'Inglourious basterds', de dramakomedie 'Up in the air', de coming-of-ageprent 'An Education', Peter Jacksons scifi-film 'District 9', 'The Blind Side' en 'Precious'.

Voor het eerst sinds 1944 maken er in deze categorie weer tien in plaats van vijf films kans op een Oscar.

Zowel James Cameron als Kathryn Bigelow werden ook genomineerd voor beste regisseur. Als Bigelow wint, is ze de eerste vrouwelijke cineast die met en Oscar naar huis gaat.

Lee Daniels is met zijn nominatie voor 'Precious' pas de tweede zwarte regisseur die daar kans op maakt. Ook Quentin Tarantino, die voor zijn 'Basterds' acht nominaties binnenrijfde, en Jason Reitman ('Up in the air') maken kans.

Favoriet voor de Academy Award voor beste acteur is Jeff Bridges, die voor zijn rol in 'Crazy Heart' ook al een Golden Globe op de schoorsteenmantel mocht zetten. Bij de actrices maakt Sandra Bullock het meeste kans voor haar prestatie in 'The Blind Side'.

Christoph Waltz en Mo'Nique zijn dan weer de gedoodverfde winnaars voor hun bijrollen in 'Inglourious Basterds' en 'Precious'.

In de categorie beste niet-Engelstalige film mocht Felix Van Groeningen een nominatie voor 'Helaasheid der dingen' op zijn buik schrijven. Wel nemen, zoals verwacht, het Franse gevangenisepos 'Un Prophète' en het Oostenrijkse drama 'Das Weisse Band' het tegen elkaar op.

Stem in de linkerkolom op je favoriet voor de Oscar voor beste film.

///oscar.go.com

vrijdag 5 maart 2010

Back to the roots


BRUSSEL - Naar de nieuwste plaat van Biffy Clyro is reikhalzend uitgekeken, en met reden, zo blijkt nu. De Schotse rockers keren met ‘Only Revolutions’ terug naar hun roots en ruilen bij momenten de softe ballads in voor enkele ruigere songs. Nieuwere fans van Biffy hoeven echter niet te wanhopen, want ook hun poppy kantjes komen bovendrijven. ‘Mountains’ is een echt pareltje, net als‘Bubbles’, dat door gastgitarist Josh Homme een leuke Queens of the Stone Age-blos op de wangen kreeg. ‘Only Revolutions’ is een lekkere plaat, maar Simon Neil en co vergelijken met Muse, zoals de Britse vakpers dat doet, is ons net een brug te ver.

Biffy Clyro, Only Revolutions, 14th Floor Records ***

donderdag 4 maart 2010

Fris accent


BRUSSEL - Een ‘nieuwe sound’ kweken is in, en dus springt ook Mintzkov op de kar. Voor hun derde album gingen de Lierenaars op zoek naar een producer die met een origineel cachet op de proppen kwam, en die vonden ze in niemand minder dan de Brit Jagz Kooner. De man die ooit nog Massive Attack en Oasis door zijn mengpaneel trok, zorgt voor een verrassende elektronische noot op ‘Rising Sun, Setting Sun’. Aanraders zijn het titelnummer, net als ‘Road Building’ en ‘Finders Keepers’. En hoewel er maar af en toe een streepje stevige rock op de plaat te vinden is, smaakte de nieuwe Mintzkov ons wel.

Mintzkov, Rising Sun, Setting Sun
***

maandag 1 maart 2010

Spinnenweb van vertellingen


BRUSSEL – Peter Verhelst heeft eindelijk weer een nieuwe roman uit. ‘Huis van de aanrakingen’ is een vat vol verhalen over papegaaien, diamanten en zowaar, bollen.

Een van de verhalen-in-verhalen in Verhelsts laatste worp draait rond de Amerikaanse archeologe Tomoko Kidman die in Turkije mysterieuze zwarte bollen opgraaft. Terug in New York wordt ze in een pakhuis met huisnummer 1633 ingewijd in een Japans schaakspel.

Het getal 1633 vormt meteen ook een van de vele rode draden door het boek. In datzelfde jaar werd de Italiaanse geleerde Galileo Galilei veroordeeld tot levenslang huisarrest voor zijn bewering dat, in tegenstelling tot de gangbare opinie toentertijd, de aarde om de zon draait.

Nog in het jaar 1633 maakte de Vlaamse Jean-Baptiste Tavernier menige diamant buit tijdens zijn ontdekkingsreizen in opdracht van de Franse koning.

In ‘Huis van de aanrakingen’ neemt Verhelst ons mee op sprookjesachtige reizen naar verre landen en lang vervlogen tijden. Naast het getal 1633 vormen ook papegaaien een leidraad doorheen de overvloed aan verhalen en symbolen.

Hijzelf mag het dan niet graag horen, maar hij spreidt weer een aardig staaltje avant-garde tentoon in ‘Huis van de aanrakingen’. Zijn roman mag gerust een mystiek pareltje genoemd worden, maar toch waren wij dikwijls het noorden kwijt.

Voor wie graag verdwaalt in een onontwarbaar kluwen van porseleinen beelden, geisha’s en ontdekkingsreizen, is Verhelsts nieuwste best te smaken. Anders is ‘Huis van de aanrakingen’ slechts een aaneenschakeling van poëtische alinea’s waarin je hopeloos verloren loopt.


Peter Verhelst, Huis van de aanrakingen, Prometheus, 331 p., € 19,95


Deze recensie verscheen vandaag ook in Metro.

Lily takes the dog for a walk – a villanelle

Lily takes the dog for a walk.
It’s January and there is snow.
The neighbour screams and drops her fork.

“For dinner we are having pork.”
‘Yes, Mum. I’ll be back in a mo!’
Lily takes the dog for a walk.

The icy street is white as chalk.
‘Come, Joe,’ Lily says, ‘here we go!’
The neighbour screams and drops her fork.

A ginger cat chases a hawk.
‘Stop it, Joe! There’s no need to tow!’
Lily takes the dog for a walk.

Yellow lorry brakes ‘n two eyes gawk.
In the snow lies a purple bow.
The neighbour screams and drops her fork.

The lorry driver starts to talk.
“I didn’t see her! I didn’t know!”
Lily takes the dog for a walk.
The neighbour screams and drops her fork.



I wrote this villanelle for a Creative Writing course at Birmingham City University two years ago. I have to admit that some rhyme is slightly forced, but I am still quite happy with the result.