vrijdag 3 september 2010

“Ik hou van gestoorde personages” - Robert Pattinson over zijn rol als rebel in ‘Remember Me’


LONDEN – Robert Pattinson wil af van zijn vampierenimago, en neemt nu ook serieuze rollen onder handen. ‘Remember Me’ is een not-your-typical love story, waarin Pattinson met verve de rol van de rebellerende Tyler op zich neemt. Metro sprak met het tieneridool over beroemd zijn, buiten de lijntjes lopen en werken met grote filmsterren.

Waarom besloot je mee te werken aan ‘Remember Me’?
Robert Pattinson: “In elk script dat ik krijg met een jonge kerel in de hoofdrol, gaat het altijd om volledig onschuldige, soms zelfs maagdelijke, personages. Ze ondergaan een soort gedaanteverandering, en op het einde zijn ze altijd gelukkig met zichzelf. Het komt vaak op hetzelfde neer.Terwijl Tyler nergens vandaan komt en uiteindelijk ook nergens terechtkomt. Zo krijg je veel meer speelruimte. Ik kon me niet meteen een film voor de geest halen die zo in elkaar zat. Het is ook de enige keer dat ik een normale kerel speel.”

Voel je je aangetrokken tot gestoorde personages?
“Dat denk ik wel, ja. Waarschijnlijk omdat ik zelf een vrij ongestoord leven leid. De rollen die ik nu aangeboden krijg, zijn wel anders dan vroeger. Net na ‘Twilight’ boden ze me alleen rollen van perfecte kerels aan. Nu krijg ik meer gekwetste personages. Maar ik las het script van ‘Remember Me’ net na de opnames van ‘Twilight’. En ik hield er meteen van.”

Hoe was het om te werken met grote sterren zoals Pierce Brosnan?

“Van ‘Remember Me’ hebben we vooral geprobeerd om er een geheel van te maken. Maar in ‘Bel Ami’ (Pattinsons volgende film waarin hij de rol van de oversekste Georges Duroy voor zijn rekening neemt, red.) verzorgen de grote namen slechts de bijrollen. Ik dacht ‘Jezus, ik moet hier echt mijn uiterste best doen, op alle vlakken’. Het doet je heel snel bijleren. Op de repetities zie ik dan Kristen Scott Thomas binnenkomen, die zelfs niet hoeft na te denken bij wat ze doet. En zelfs dan wint ze waarschijnlijk nog een award. (lacht) En daar zit ik dan, wanhopig na te denken over manieren om een gedenkwaardige prestatie neer te zetten. Ik sta best wel onder druk om te presteren.”

Herken je jezelf in Tyler?
“Er zijn een aantal aspecten waarvan ik wou dat ik ze had. Hij maakt zich helemaal geen zorgen over de gevolgen van wat hij doet. Het voelt alsof hij nooit iets te verliezen heeft, terwijl ik altijd denk dat ik veel te verliezen heb. Meestal is dat wel niet zo. (lacht) Maar ik haat het om rekening te moeten houden met gevolgen. Bijvoorbeeld als je, zoals Tyler, voortdurend betrokken zou raken in vechtpartijen. Ik zou ten eerste meteen in elkaar geslagen worden (lacht). Maar het is ook zo’n gedoe om voor een rechtbank te moeten verschijnen en schadevergoedingen te moeten betalen. Als je beroemd wordt en je zegt zomaar iets out of the blue, dan stelt iedereen je daar gedurende de volgende maanden vragen over. Ik heb echt geen zin om zo’n vragen te beantwoorden, dus probeer ik niks controversieels te zeggen.”

Hoe blijf je mooi met je voeten op de grond, ondanks je bekendheid?
“Ik denk dat dat komt omdat ik zo onverwachts beroemd ben geworden. De mensen van wie de roem hen naar het hoofd stijgt, zijn diegenen die er jaren voor gevochten hebben. En als ze dat dan bereiken, vinden ze ook dat ze het verdiend hebben. Terwijl ik maar een stap in een bepaalde richting heb gedaan, en ik wist ook niet echt wat ik deed (lacht). Het gebeurde gewoon. Ik verdien het dus niet echt.”

Welke offers moet je daarvoor brengen?

“Veel mensen schatten roem heel hoog in, veel meer dan zou moeten. Ze worden boos als anderen hun eigen bekendheid niet genoeg respecteren, of denken dat ze hun roem niet verdienen. En dus moet je jezelf de hele tijd bewijzen. Als ik naar een feestje ga, voel ik altijd de behoefte om mezelf te verontschuldigen, gewoon voor wie ik ben. Mensen zien je anders als je beroemd bent. Je kunt nooit ergens binnenwandelen en jezelf opnieuw uitvinden. Je moet jezelf altijd verantwoorden. Dat is heel vermoeiend.”

Is het in jouw geval dan moeilijk om een relatie te hebben?

“In echte relaties met mensen die je al jarenlang kent, verandert er niets. Met al mijn vrienden en iedereen die ik ken, is alles gebleven zoals het was. Alleen met nieuwe mensen denk ik vaak dat iemand iets gaat zeggen, terwijl er meestal niets ergs gebeurt. Maar die achterdocht is heel vervelend.”

Hoe wil je dat het publiek ‘Remember Me’ ziet als ze de cinema verlaten?
“Ik ben de film gaan zien in New York met vrienden enkele maanden geleden, en hun reacties waren nogal raar. Ik hoop dat niemand ‘Remember Me’ ziet als de zoveelste film in zijn genre. Ik wil niet dat hij beoordeeld wordt als ‘mainstream Hollywood’, want dat was helemaal niet de bedoeling. Het is geen romantische komedie zoals ‘The Notebook’. Niemand probeerde hem zo te maken. Natuurlijk zullen mensen ‘Remember Me’ vergelijken met andere films. Maar dat zal moeilijk worden, want ik denk niet dat er iets is om hem mee te vergelijken.”


Dit interview verscheen op 7 april 2010 in Metro.

donderdag 29 april 2010

Leesvoer voor op je nachtkastje

Voor wie niet in slaap valt wanneer het moet, stelt Nacht.Mag tien boeken voor die niet mogen ontbreken op je nachtkastje. Van lijvige kanjers tot gebundelde kortverhalen, en van bloedstollende misdaadromans tot hilarische pageturners. Met dit lijstje kom je gegarandeerd heelhuids de nacht door.


1. Bram Stoker: ‘Dracula’

Stokers negentiende-eeuwse bloeddorstige graaf is de klassieker bij uitstek in de nachtelijke literatuur, en niet in het minst omdat hij na 113 jaar nog steeds tot de verbeelding spreekt. Het aantal vampiers dat Dracula’s voorbeeld volgt in films en boeken is haast niet te tellen. Wij vinden het origineel nog steeds beter dan de honderden afkooksels, en huiveren graag mee met zijn slachtoffers in het Transsylvanië van 1893.


2. Edgar Allan Poe’s kortverhalen

Nog een meester in het horrorgenre is Edgar Allan Poe. Zijn kortverhalen zijn ideaal voor wie nog snel even wil griezelen in bed. Aanrader is het bekende ‘Het vat Amontillado’, waarin Montresor zijn vriend levend inmetselt in zijn kelder omdat hij hem in het openbaar beledigde. Voor gevorderden is er ‘De put en de slinger’. Het hoofdpersonage beschrijft er zijn doodsangsten tijdens martelingen onder de Spaanse Inquisitie. Niet voor gevoelige zielen.


3. Nicole Krauss: ‘De geschiedenis van de liefde’

Wie geen zin heeft in nachtmerries moet met Nicole Krauss het bed induiken. Haar liefdesgeschiedenis is een pareltje dat het midden houdt tussen een hommage aan alles wat verloren gegaan is, en een zoektocht naar onopgeloste mysteries. Dit boek lees je, net als het oeuvre van echtgenoot Jonathan Safran Foer, in een ruk uit.


4. James Joyce: ‘Ulysses’

Chronische insomnialijders zoeken hun toevlucht tot het belangrijkste boek van de modernistische literatuur. Hoewel ‘Ulysses’ vaak de meest invloedrijke roman van de vorige eeuw genoemd wordt, hebben nog maar weinigen het boek echt gelezen. Geruchten doen de ronde dat het je minstens twee jaar kost om het boek uit te lezen, maar laat dat je tijdens slapeloze nachten vooral niet tegenhouden. Joyce neemt je in deze duizend pagina’s tellende kanjer mee naar Dublin en de perikelen van Leopold Bloom op 16 juni 1904.


5. Stieg Larsson: Millenium-trilogie

Larssons krimitrilogie is al enkele jaren heel populair en zorgt voor een nieuwe wind in het genre. De misdaadromans met Mikael Blomkvist en Lisbeth Salander in de hoofdrollen zijn echte pageturners en houden je dagenlang – of liever nachtenlang – in de ban. Dat geldt trouwens voor alle Scandinavische krimi’s. Wie Larsson uit heeft, kan alvast aan Henning Mankells ‘Wallander’-reeks beginnen, of aan Karin Fossums ‘Sejer’boeken.


6. Helen Fielding: ‘Het dagboek van Bridget Jones’

Bridget Jones is dertig en single. Haar biologische klok begint langzaamaan te tikken en ze besluit haar leven in handen te nemen. Wat volgt is een prettig gestoord dagboek over haar liefdesleven, het dagelijkse gevecht met de weegschaal en een harde strijd tegen haar alcohol- en rookverslaving. Ideaal voor wie wat lichtere lectuur wil in bed. In het tweede deel ‘Het nieuwe dagboek’ verdenkt Bridget haar grote liefde – en eerste serieuze partner in jaren – Mark Darcy ervan een affaire te hebben.


7. Tom Lanoye: De Monstertrilogie

Lanoyes uiteenzetting van de ondergang van een machtige politieke familie aan het einde van de twintigste eeuw zorgde al voor menige prijs op de schoorsteenmantel. ‘Het goddelijke monster’, ‘Zwarte tranen’ en ‘Boze tongen’ zijn verkrijgbaar als een lijvige bundel en brengen een realistische karikatuur van het leven aan de top van de textielindustrie. Lanoyes vlotte stijl zorgt ervoor dat je telkens meteen de draad weer kan oppikken, zelfs al ben je de avond ervoor met het boek in de hand in slaap gevallen.


8. Annie M.G. Schmidt: ‘Pluk van de Petteflet’

Pluk, Aagje, Zaza en de Stampertjes blijven geliefd bij jong en oud, en zijn het perfecte leesvoer voor wie het zandmannetje al voelt naderen. Het boek is ingedeeld in korte hoofdstukjes – waarvan het stuk over het ‘prr ta lie loe’-geroep van de krullevaar onze favoriet is – en is dus ook leuk om voor te lezen.


9. Gabriel García Márquez: ‘Honderd jaar eenzaamheid’

Van het meesterwerk van Nobelprijswinnaar Márquez zijn wereldwijd al dertig miljoen exemplaren verkocht in 27 talen. Het relaas van zeven generaties van de familie Buendía en hun tegenslagen in het dorp Macondo is het tweede populairste Spaanse boek aller tijden, net na Miguel Cervantes’ ‘Don Quichot’.


10. Henrik Lange: ‘De 90 bekendste boeken voor mensen met haast’

Als laatste in deze top tien staat een boek voor wie in slaap valt nog voor zijn hoofd het kussen raakt, maar toch mee wil zijn met de literaire canon. Lange vat negentig klassiekers, waaronder ‘Misdaad en Straf’, ‘Romeo en Julia’ en ‘De Schaduw van de Wind’, samen in welgeteld vier tekeningen. Vanaf nu heeft geen enkel boek, waarvan je verondersteld wordt het gelezen te hebben, nog geheimen.


Dit artikel werd ook gepubliceerd in Nacht.Mag.

zondag 25 april 2010

“Overdag graffiti spuiten valt minder op”


GENT – Nu steeds meer steden in ons land zones afbakenen waar graffiti toegelaten wordt, kunnen creatievelingen ook overdag op pad. Nacht.Mag sprak met kunstenaar Bué, een oude rot in het vak die van zijn hobby – bijna – zijn beroep heeft gemaakt.

In Gent kunnen graffitikunstenaars zich legaal uitleven in het Werregarenstraatje en onder het Keizerviaduct. Zo wordt een groot deel van de nachtelijke kant van graffiti verschoven naar het daglicht.

Maar niet alleen door de gedoogzones tonen street artists zich nu ook overdag. “’s Nachts lijk je sneller verdacht. Hoe meer je opvalt terwijl je aan het werk bent, hoe minder het opvalt eigenlijk.”

Ik sta aan de achterkant van grootwarenhuis Galeria Inno aan de Ajuinlei in Gent, en voor mij is street artist Bué druk aan het overleggen met een vriend. Het stukje muur waar ze heftig naar gesticuleren, en waar al een werk van Bué op staat, is aan vernieuwing toe.

“Als je overdag werkt, denken mensen dat je iets in opdracht doet, en dat je ervoor betaald wordt. Maar als je in het donker op pad gaat, vinden ze iemand met een spuitbus in de hand algauw verdacht en bellen ze de flikken.”

Niettemin is het kunstwerk waar Bué en zijn vriend Faif mee bezig zijn, perfect legaal. Bué mag een twintigtal muren in het centrum van Gent beschilderen zoals hij dat zelf wil. Zijn lachende, kleurrijke figuurtjes zijn overal in de stad te bewonderen.

“Ik regel dat altijd rechtstreeks met de eigenaar. Ik werk niet meteen met het stadsbestuur.” “Omdat ik ook dingen doe die niet legaal zijn”, voegt hij er na even aarzelen aan toe.

Zelf trekt de 34-jarige kunstenaar in bijberoep er ’s nachts niet meer op uit. “Tussen 1 uur en halfvijf ’s morgens rijden er geen treinen en komen die op een bepaalde yard terecht. Wie dus treinen wil bespuiten, moet daar ’s nachts naar toe. Maar daar hou ik mij niet meer mee bezig.”

“Je hebt daar ook veel bij te verliezen”, gaat de Antwerpenaar door. “Ik krijg werk in wat ik doe. Mensen of bedrijven vragen mij om muurschilderingen te maken. We hebben zelfs onze eigen kinderkledinglijn. Waarom zou ik het ’s nachts illegaal doen, als ik het legaal ook kan? En dan moet ik niet snel snel iets afwerken.”

Geen vandaal

Ondertussen wordt er druk gespeculeerd over wie wat en vooral wanneer gaat doen, want hun tijd is beperkt. “Om 18 uur sluit de winkel en moeten we de ladders teruggeven”, legt Bué uit.

Faif kalkt de muur wit met een dikke laag latexverf. De Barcelonees – met stevig Spaans accent – vertoeft vier dagen in ons land om te schilderen. Bué ontmoette hem via internet, maar heeft ook veel internationale vrienden door reizen naar het buitenland.

“Elke keer ik genoeg geld heb, ben ik weg. In het buitenland krijg je weer waardering dan hier. Daarom ben ik ook maar artiest in bijberoep. Mijn andere job is affiches plakken. In België kan ik niet alleen van mijn kunst leven.”

Faif begint een tekening te schetsen die een banaan op een skateboard moet worden. Welke illegale activiteiten Bué dan wel nog onderneemt? “Meestal maak ik werken op vuile muren waar al veel tags (handtekeningen van graffitikunstenaars, red.) op staan. Maar dan wel in een goeie buurt waar veel mensen komen, zodat velen daar genot van kunnen hebben. Er zijn gasten die in verlaten panden en fabrieken gaan spuiten, maar dat vind ik zonde. Hun werken zijn dan alleen toegankelijk voor een bepaald publiek die weet waar ze zijn. Street art is street hé, dat is niet in een fabriek gaan staan waar niemand je ziet.”


Toch vindt Bué zichzelf geen vandaal. “Ik ga nooit op iemands voordeur schilderen. Als ik iets doe, wil ik er iets moois van maken. Ik wil dat mensen daar een goed gevoel bij hebben. Het stadsbestuur van Gent kent mij natuurlijk, maar ze laten mij doen. Ik ben geen vandaal, hé.”

Wie hij dan wel vandalen vindt? “Mensen die overal gaan taggen”, zegt hij met een vette e. “Ik heb dat ook nog gedaan toen ik jong was en debiel”, legt hij uit met een lachje, “maar je hebt daar niets aan. Je naam overal zien staan, dat gaat om je ego. Niets meer en niets minder.”

Tegenwoordig staat het publiek veel meer open voor graffiti dan vroeger het geval was. Daar is onder meer de gedoogzone in het Werregarenstraatje het perfecte voorbeeld van. Bué denkt er het zijne van.

“Da’s goed voor klein mannen, hé. Kunnen ze daar wat oefenen. En het is ook goed voor hun ouders, dat ze geen politie aan de deur krijgen. Maar mij zul je daar niet zo snel meer zien.”

Show en gimmick

Graffiti op de muren in legale zones blijft natuurlijk niet duren, zoals ik even later bemerk als ik door het smalle steegje wandel. Elke vierkante millimeter is er bedekt met verf, het ene kunstwerk al wat geslaagder dan het andere. Het is vechten voor een lege plek, en schilderingen worden snel overgespoten.

“Dat is normaal, graffiti blijft niet duren”, zegt Bué. “Vooral als dat een muur is voor iedereen. Maar moest dat op mijn muur zijn, dan zou ik daar niet altijd mee kunnen lachen.”

Vaak worden Bué’s kunstwerken niet weggehaald, wel worden ze dikwijls getagd door anderen. “Mijn muurschilderingen zal niemand overspuiten. Iedereen die iets kan in dit wereldje kent mij. Het gaat om respect. Maar je hebt altijd dwaze gastjes, natuurlijk. Soms lopen hier van die 18-jarige West-Vlamingen rond die op een paar treinen spuiten en dan denken dat ze ‘de man’ zijn en beter dan ik. Terwijl ik al spoot toen zij nog lucht waren”, lacht hij.

“Het is spijtig dat er vaak veel show en gimmick mee gepaard gaat. Bij mensen die wel in mijn flash zitten (op zijn niveau, red.), qua art en personality, is dat helemaal niet zo.”

Intussen heeft Faif naast zijn banaan al de beginselen van een roze regenboog en dito flatgebouwen klaar. Bué haalt een groene spuitbus uit een plastic zak en schetst iets wat op een paddestoel lijkt (maar later een van zijn typische figuurtjes blijkt te zijn, red.).

Niet alle collega’s zijn even blij met Bué’s – vrij – wettelijke aanpak. “Ik heb aan de Nederkouter een stuk waar iemand ‘illegal graffiti walls’ op geschreven heeft. Dat zijn gasten die het niet kunnen hebben dat mensen zoals ik legale dingen doen. Volgens hen is dat geen graffiti meer. Voor mij ook niet trouwens, dat zijn muurschilderingen. Er zijn trouwens maar weinig mensen die van inborst nog echt ‘graffiti’ zijn. En meestal gaat het dan om kerels die in een marginaal sfeerke zitten.”

Hij kijkt om zich heen en legt uit, “alles is relatief, natuurlijk. Buitenstaanders kunnen mij ook marginaal vinden als ik zo door de stad loop.” Hij wijst op zijn binnenstebuiten gekeerde trui en jeans met verfspetters. “Maar ik bedoel mensen die geen stap vooruit zetten in hun leven en in die sferen blijven zitten. Ik wil vooruitgaan.”

Slimme jongen

Of hij nog nooit problemen heeft gehad met de politie? “Nee, I’m a smart kid”, lacht hij. “En als je gepakt wordt, ligt dat meestal aan jezelf. Je moet er ten eerste voor zorgen dat ze tijdens een huiszoeking niks kunnen vinden. Dus geen foto’s op je computer, dat moet allemaal weg uit je huis. Maar ook als je op stap gaat zijn er regels. Als je nergens mee rekening houdt en niet om je heen kijkt, wordt je gepakt. Zelfs als er maar een iemand op straat loopt, is dat er een te veel. Zeker hier in Gent, waar er maar tien graffitispuiters zijn. In Mexico-Stad bijvoorbeeld zijn er een miljoen, daar beginnen ze er niet meer aan. Daar lopen ze te taggen en te spuiten terwijl er mensen voorbijlopen.”

Bué begon al op zijn vijftiende met graffiti, en is van plan om er nog een tijdje mee door te gaan. Zijn ultieme droom is een kinderspeelplein, of “een muurschildering in 3D” zoals hij het omschrijft.

Als ik hem vraag of er nog een muur is waar hij ooit nog zijn handtekening op wil zetten, kijkt hij stiekem naar de achterkant van de Apple-winkel even verder. Het grote roze logo van het computermerk kijkt er vanop een witte muur neer op de Leie. “Als je gewoon een tongetje in die opening tekent, en dan een oogje en twee beentjes, dan heb je al een character. Ja, ik zal dat nog wel doen.”

Dit artikel verscheen ook online in Nacht.Mag.

donderdag 22 april 2010

De Britse tweestrijd is voorbij

Op 6 mei trekken de Britten naar de stembus voor de nationale verkiezingen. Terwijl Labour en Conservatieven elkaar het bloed vanonder de nagels halen, zijn alle ogen in het land op Nick Clegg gericht.
De leider van de Liberal Democrats is ’s lands hope and glory, en zou wel eens de spreekwoordelijke derde hond kunnen zijn die er met het been vandoor gaat.


De tijd dat alleen Labour en Tories in de regeringspap te brokken hadden, is voorbij. Rood en blauw hebben een te duchten tegenkandidaat, LibDem. Het ziet er zelfs naar uit dat Nick Clegg en de zijnen een enorme stap voorwaarts zullen zetten in de komende stembusgang en het de alleenheersers aan de top knap lastig zullen maken.

De meeste Britten kennen Clegg pas sinds vorige week. Dankzij zijn opmerkelijke verschijning in het eerste van drie tv-debatten schoot de score van de LibDems bij alle pols plots huizenhoog.

Labour- en Tory-kopstukken Gordon Brown en David Cameron deden vooral veel moeite om de vragen te ontwijken met cijfers die nergens op gebaseerd waren. Clegg daarentegen had wel netjes zijn huiswerk gemaakt en kwam aandraven met een stapeltje stevige oplossingen voor de gezondheidszorg, criminaliteit en immigratie.

Bovendien heeft de Britse kiezer ferm genoeg van de twee grootste partijen die het land de voorbije 65 jaar bestuurden. Maggie Thatcher zweeft nog altijd rond in het collectieve achterhoofd, en zorgt er voor dat velen een conservatieve stem zien als een open deur naar het verleden.

Ook Labour heeft het, door menig economische of Afghaanse crisis, stevig verkorven. De enige optie voor de Brit die bereid is te stemmen op een doordeweekse donderdag is LibDem.

Tenzij hij met alle geweld wil stemmen voor een van de vele onafhankelijkheidspartijen zonder programma, of voor eentje die met alle geweld uit de EU wil stappen en met Herman Van Rompuy de vloer aan veegt.

Dat de eeuwige derde partij in het Verenigd Koninkrijk een vrij grote kans maakt om de volgende zes jaar te mogen meespelen, is de jongste dagen ook duidelijk in de Britse media. Clegg is er het gespreksonderwerp van de dag. Behalve diepgaande analyses in The Guardian of op BBC, gooien zelfs de pulpkranten zich in de strijd.

Hoewel de meer sensatiebeluste media LibDem traditioneel zeer bewust doodzwijgen – zoals voormalig The Sun-hoofdredacteur David Yelland afgelopen weekend pijnlijk verklaarde – kunnen ook zij niet aan de hype ontsnappen.

Daily Mail maakte na het bekend worden van de polls – waarin Clegg en zijn clan momenteel tussen 26 en 34% van de stemmen halen – dan ook werk van een pagina op haar website waarin serieus aan Cleggbashing gedaan wordt.

Hoewel het ongeloofwaardig lijkt, is slechte media-aandacht hier beduidend beter dan helemaal geen. En dat geen enkele tabloid LibDem ooit ook maar vermeldde in hun artikels, zal des te meer voor voldoening zorgen als Clegg veel stemmen haalt.

Al is het maar omdat mediagigant Rupert Murdoch dan voor een keer geen vriendje aan de top geholpen heeft met The Sun of een van zijn andere kranten. Veel Britten hebben namelijk genoeg van de nauwe banden tussen politiek en media.

Tot slot zijn de Britten niet langer vies van een ‘hung parliament’, en zien ze coalities tussen partijen best wel zitten. Misschien houdt dan toch iemand de onkostennota’s en schandalen van de tegenpartijen in Westminster in het oog.

En hoewel de Cleggmania stevig uit zijn voegen barst, is de onopvallende leider van LibDem niet de nieuwe Winston Churchill, Ché Guevara of – godbetert – de Britse Barack Obama.

Wel kan hij een nieuwe wind doen waaien in de UK, of op zijn minst Brown en Cameron met hun voetjes op de grond zetten. Al is het waarschijnlijk maar voor even.

zaterdag 3 april 2010

De doodsteek voor Twilight - Stephenie Meyer breit teleurstellend einde aan vampierensaga


‘Morgenrood’, de Nederlandse vertaling van het vierde en laatste boek van de Twilight-reeks, ligt op 17 april in de winkel. Hoewel van de Engelse versie wereldwijd al miljoenen exemplaren over de toonbank gingen, zijn de kritieken snoeihard. Heeft Stephenie Meyer haar vampierensaga de doodsteek gegeven?

[spoiler alert!]

Flashbacks van toen de laatste Harry Potter net in de winkels lag, overmanden ons bij de beelden van gibberende Amerikaanse tienermeisjes die anderhalf jaar geleden in lange rijen aanschoven om het laatste boek van de Twilight-reeks in handen te krijgen. Van ‘Breaking Dawn’ (Nederlandse titel: ‘Morgenrood’, red.) werden de eerste dag 1,3 miljoen exemplaren verkocht.

Sinds de publicatie van ‘Twilight’, het eerste deel waar de reeks naar vernoemd is, heeft de Amerikaanse schrijfster Stephenie Meyer al ruim 70 miljoen boeken verkocht. Daarmee bungelt ze een heel eind achter J.K. Rowling, die andere fantasy-schrijfster die haar leerling-tovenaar Harry Potter maar liefst 400 miljoen keer over de toonbank zag vliegen.

Maar niet alleen in verkoopcijfers kan Meyer niet aan haar Britse collega tippen. Daar waar Rowling een succesvol einde aan haar zevendelige reeks breide, heeft Meyer het volgens velen behoorlijk verprutst.

In de eerste dagen na de release in de VS brachten een aantal fans, opgehitst door een teleurgestelde lezer op boekensite Amazon.com, onder het mom van “Don’t burn it, return it”, hun exemplaar van ‘Breaking Dawn’ terug naar de winkel. Andere diehard fans blijven laaiend enthousiast. De meningen zijn dus verdeeld.

Jammer genoeg moeten wij ons aansluiten bij de lezer die vindt dat Meyer haar eigen reeks naar de maan heeft geholpen. Tijdens het lezen van ‘Twilight’ voelden wij ons bijwijlen graag nog eens een tiener. Maar met de publicatie van elk nieuw boek kon de saga ons steeds minder bekoren, tot met ‘Morgenrood’ de vampierentrein helemaal ontspoorde.

Steigerende feministen

De verhaallijnen in de reeks zijn vrij eenvoudig en voorspelbaar. In ‘Twilight’ wordt de saaie Bella verliefd op Edward, de knapste – en natuurlijk ook meest onbereikbare – kerel van de plaatselijke high school.

De liefde is wederzijds, maar de geur van Bella’s bloed maakt vampier Edward hoorndol. Gelukkig noemt de familie Cullen zich ‘vegetariërs’, en leven ze alleen van dierenbloed.

Een seksuele relatie zit er voor de twee geliefden niet in, aangezien sterke, perfecte Edward van fragiele Bella waarschijnlijk geen spaander heel zou laten. Dit ruikt behoorlijk naar voorhuwelijkse seksuele onthouding, maar dat mag geen wonder heten met de conservatieve mormoonse achtergrond van Meyer. Edward weigert ook om Bella in een vampier te veranderen, hoewel ze dat zelf wil. Voor haar eigen goed, heet dat dan.

Eveneens om Bella te beschermen, geeft Edward haar de bons in het tweede boek ‘Nieuwe maan’. Het arme schaap vindt troost bij haar beste vriend annex weerwolf Jacob. Maar vampieren en weerwolven kunnen elkaars bloed drinken, en dus volgt in ‘Eclips’ een eindeloze aaneenschakeling van Bella’s twijfels over welke hunk ze moet kiezen.

Waar feministen al een vette kluif hadden aan de eerste drie delen, gaan ze – samen met elke ruimdenkende lezer – helemaal uit hun dak na het lezen van ‘Morgenrood’. In het laatste boek van de eens zo veelbelovende reeks trouwen Bella en Edward. Niet helemaal naar Bella’s zin, maar Edward weigert nog steeds de bedstee in te duiken. Of toch niet voor het huwelijk, dus heeft maagdelijke Bella geen andere keuze.

Meyer plakt Edward het etiket ‘ouderwets’ op – hij is immers bijna 90 – en daarmee is de kous af. Bella blijft de kwetsbare ziel die beschermd moet worden en mag vooral geen eigen beslissingen nemen. Dus doet perfecte Edward dat voor haar.

Als Bella op huwelijksreis zwanger blijkt te zijn – na een keertje seks, jawel – wil haar echtgenoot zelfs dat ze een abortus ondergaat. Bella weigert en besluit, samen met Edward’s kinderloze zus Rosalie, de baby te houden.

Geforceerde huwelijken en halfgewenste baby’s: elke ouder vraagt zich luidop af welk beeld een kind krijgt van relaties tussen volwassenen.

Losse eindjes

Nog erger is het hoofdstuk waarin baby Renesmee, half vampier en half mens, geboren wordt. Criticus Elizabeth Hand vreest in The Washington Post zelfs dat gevoelige tieners zich levenslange onthouding zullen opleggen na het lezen van dit uitermate gruwelijke stuk.

Helemaal surrealistisch wordt het wanneer Jacob plots zijn liefde voor Bella vergeet en verliefd wordt op haar dochter. Weerwolven zijn namelijk voorbestemd om met een persoon samen te zijn, zelfs al is de zielsverwant nog maar enkele dagen oud.

Een beetje ziek, als u het ons vraagt, en het doet ons terugdenken aan het geforceerde huwelijk van Bella. Volgens Meyer heeft een mens blijkbaar weinig te kiezen.

Het einde van ‘Morgenrood’ valt al helemaal in het water als het langverwachte gevecht met de Volturi, de koninklijke vampierenfamilie die de wetten oplegt, helemaal niet doorgaat.

Twee boeken en 1.300 pagina’s lang heeft Meyer haar verhaal opgebouwd naar dit ferme conflict tussen de twee vampierenclans, die uiteindelijk na een hoop heen-en-weergepraat gewoon naar huis terugkeren.

Meyer heeft er trouwens een handje van weg om verhaallijnen te laten doodbloeden of plots overboord te gooien. De vijandigheid tussen Edward en Jacob, waar ‘Nieuwe maan’ en ‘Eclips’ grotendeels om draaien, verdwijnt in dit laatste deel in het niets. Vampieren en weerwolven worden een grote happy family.

En ieders angst dat Bella zich als een bloeddorstig monster zou gedragen tijdens haar eerste jaren als nieuwe vampier, is meteen van de baan als blijkt dat ze zich, door een gave, heel beheerst kan houden.

Meyer liet in haar grande finale veel losse eindjes liggen, tot groot ongenoegen van veel liefhebbers. De schrijfster kon veel meer uit ‘Morgenrood’ gehaald hebben, maar zorgt alleen dat de al zwijmelende fans nog meer op wolkjes lopen. Erg jammer, want haar vampierensaga zat vol potentieel. Maar Meyer is natuurlijk Rowling niet.

Dit artikel verscheen eerder in het online magazine Nacht.Mag>

zondag 28 maart 2010

“Nog liever kruidenier dan spellenmaker” - Het wel en wee van de Belgische game-industrie

In de gamesector rinkelen de kassa’s de laatste jaren luider dan in de filmindustrie. Grote Amerikaanse studio’s zoals Electronic Arts zijn alom bekend. Maar wat bijna niemand weet, is dat er bij ons om de hoek ook games ontwikkeld worden. Een wandeling door het jammer genoeg vrij kale Belgische gamelandschap.

“Belgen beginnen liever een kruidenierszaak dan een gamebedrijf. Het zou leuk zijn mocht er meer concurrentie zijn.” Hoewel hun rijtjeshuis in hartje Gent er van buitenaf net zo uit ziet als alle andere in de straat, runnen Michaël Samyn en Auriea Harvey hier wel degelijk hun studio Tale of Tales.

Met slechts een tiental bedrijven is van een ‘game valley’ in België op z’n zachtst gezegd geen sprake. Toch huizen een aantal succesvolle spelontwikkelaars in ons land.

De Belgische game-industrie omvat een brede waaier aan ondernemingen. Van studio’s die in opdracht werken van grote uitgeverijen, tot onafhankelijke ontwikkelaars die met eigen spellen op de markt komen.

Een van die ‘indie’ studio’s is Tale of Tales. Hun grootste commerciële succes is ‘The Path’, een horrorgame die gebaseerd is op het sprookje van Roodkapje. Stereotiepe game-elementen kom je in het spel niet tegen, filosofische onderwerpen des te meer.

“Bij ons staan het thema en de boodschap op de eerste plaats. Onze verhalen kun je niet vertellen met traditionele gametechnieken. ‘The Path’ gaat over doodgaan, dan kun je de speler toch geen muntstukjes laten verzamelen?”, legt Samyn uit.

De nadruk ligt bij Tale of Tales dan ook niet zozeer op het spel, maar veeleer op de ervaring van de speler. Zo trekken Samyn en Harvey met hun experimentele games vooral een alternatiever publiek aan. Wat ook bijzonder is, is dat de helft van hun spelers vrouwen zijn. Bij traditionele games is dat zelden het geval, en voelen vooral mannen zich aangesproken.

Hoge toppen

Ook Visual Impact richt zich niet tot stereotiepe gamers. Hun consolespellen, waaronder de Nintendo DS-versie van ‘Harry Potter en de Orde van de Feniks’, zijn bedoeld voor een jonger publiek.

Van ‘Laura’s Passie: Babysitten’ gingen wereldwijd al 2,8 miljoen exemplaren over de toonbank. Het bedrijf viert deze maand zijn zestiende verjaardag, en ontwikkelt vooral in opdracht van grotere bonzen, zoals het Franse Ubisoft.

De bekendste Belgische game is echter ‘Divine Divinity’ van Larian Studios, de grootste spelontwikkelaar van ons land. De roleplayinggame werd in 2002 wereldwijd een groot succes. Ondertussen bracht Larian ook al een vervolg op de reeks uit, ‘Divinity II: Ego Draconis’ (foto), dat minstens even succesvol belooft te worden.

Ook scoorde het Gentse bedrijf hoge toppen met ‘Ketnet Kick’, een interactief spel voor de jongerenzender van de openbare omroep. Het idee werd zelfs onder meer aan de BBC verkocht.

Oerdegelijk België

Aan talent dus geen gebrek, aan bedrijven daarentegen wel. “Er zijn zo veel mogelijkheden met games. Meer studio’s en kunstenaars zijn dus welkom. Zo wordt de aandacht van het publiek voor games groter. Dat zijn dan ook geen concurrenten, maar partners in de strijd”, lacht Samyn.

Naast een tekort aan overheidssubsidies, zorgt ook onze houding tegenover games voor een gebrekkige interesse. “Belgen zijn conservatief wat trends en technologie betreft. In Nederland zijn ze wel vroeg op de kar gesprongen, omdat ze inzagen dat er veel geld mee te verdienen valt. Wij zijn minder ambitieus en houden van oerdegelijke, conservatieve bedrijven.”

Bij Visual Impact horen we hetzelfde verhaal. Hoewel het bedrijf zestien jaar geleden in Aalst uit de grond werd gestampt, werken er toch meer ontwikkelaars in hun Franse vestiging. “In Frankrijk is er een grotere cultuur op het vlak van gameontwikkeling dan bij ons”, legt directeur Kris Van Lier uit. “Daardoor is er een echt netwerk van mensen met ervaring. Hier in België was en is dat nog steeds niet zo.”

Toch is er aan enthousiastelingen geen gebrek. “Veel mensen voelen zich aangetrokken tot game development, maar hun ideeën staan vaak ver van de realiteit. Het leven van de sterren kun je toch ook niet vergelijken met wat je in Dag Allemaal leest?”

Voetballen

Hoewel Tale of Tales en Visual Impact mijlenver uiteen liggen, zijn ze het er allebei over eens dat de gamecultuur in ons land nog moet groeien. Een stap in de goede richting zijn de opleidingen die de laatste jaren hun opmars maken in Kortrijk, Leuven en Hasselt.

Volgens Rik Leenknegt, coördinator van de opleiding Digital Arts en Entertainment aan de Hogeschool West-Vlaanderen, is de Belgische markt te klein om alle studenten aan het werk te zetten (zie onderaan).

Samyn hoopt dat afgestudeerden zelf gamestudio’s opstarten. “Dat is beter voor de sector, maar ook verstandiger voor hen. Als je in het buitenland voor grote bedrijven gaat werken, is dat net zoals voetballer worden. Dat zijn heel zware jobs, en na vijf of tien jaar ben je eraan. Hier verdient iedereen zijn zondag en moet je na 17u niet meer komen zeveren. De eisen in de VS liggen veel hoger.”

Toch heeft de kleine Belgische game-industrie ook een voordeel. “Zo kunnen wij als klein bedrijfje opvallen. In New York zou dat onmogelijk zijn,” legt Samyn uit. “Die conservatieve kant van de Belgen vinden wij niet eens zo erg.”


“België is een kweekvijver voor creatievelingen”

Rik Leenknegt is coördinator van de opleiding Digital Arts en Entertainment aan de Hogeschool West-Vlaanderen. Vorig jaar studeerde een eerste lichting van 32 gamemakers af.

Vinden uw studenten snel een job in de gamesector?
Nee, de afzetmarkt in België is niet groot genoeg om aan alle afgestudeerden werk te bieden. Maar de game-industrie is een mondiale business. We hebben onze studenten altijd duidelijk gemaakt dat ze hun horizon ook moesten verruimen over de grenzen.

Waarom zijn er zo weinig studio’s in België?
Games ontwikkelen is arbeidsintensief, en voor zulke sectoren zijn wij een heel duur land. De overheid voorziet niet genoeg in subsidies. Ook zijn onze jongeren niet zo ondernemend, en zijn ze bang om risico’s te nemen.

Is er een toekomst voor spelontwikkelaars in ons land?
Voor de productie van games niet. Dat wordt uitbesteed aan goedkopere landen. Maar voor het ontwerpen van spellen, zeker. Wij zitten centraal in Europa, en hebben een heel rijke culturele en historische bagage. De ideale kweekvijver voor creatief talent, dus. Maar dan moeten we zorgen voor een interessante economie die mensen aantrekt. Nu sturen we hen vooral weg.



Dit artikel verscheen op 26 maart 2010 in de City Clickers-bijlage van Metro.

donderdag 25 maart 2010

Kleurrijke indianenkunst op een sokkel


BRUSSEL – De kleurrijke alebrijes in Bozar zijn eerlijke kunstwerken die de autochtone Mexicaanse bevolking helpen overleven. De figuurtjes doen ieders verbeelding op hol slaan en vertegenwoordigen de populaire kunst op het ¡México! –festival.

In het kader van het ¡México! -festival haalt de Brusselse Bozar voor de eerste keer alebrijes naar ons land. De figuren, gemaakt uit papier-maché of hout, stellen fabelachtige schepsels voor in de meest schreeuwerige kleuren.

Fantastische schepsels zoals een hond met geel-zwart Marsupilami-lijf en een blauwe snoet, of een hagedis met vissenstaart, wolvensnuit en paarse sint-jakobsschelpen als ogen. Het doet wat denken aan de Zonnekind-puzzels waar lichaamsdelen van verschillende dieren één wezen vormden. Net als toen voelt iedereen zich terug kinds in de Hortahal, en worden de wildste dromen hier werkelijkheid.

Bozar wil met het festival, waarmee tweehonderd jaar Mexicaanse onafhankelijkheid en honderd jaar revolutie gevierd wordt, immers niet alleen de grote namen uit de Mexicaanse cultuur aan bod laten komen. Ook populaire kunstvormen maken deel uit van de Mexicaanse samenleving, en kunnen dus moeilijk over het hoofd gezien worden.

Hoewel de alebrijes en andere ambachten al decennialang bestaan, werden ze door de bevolking nooit erkend als kunst. In 2006 bracht de Belgische Marie-Thérèse Hermano De Aranjo daar verandering in en startte het Museo de Arte Popular, een museum voor volkskunst, in een oude brandweerkazerne in Mexico-stad. Alle Mexicaanse populaire kunstvormen, van piñata’s tot meubels, krijgen er een eigen stek.

Volgens De Aranjo, die er al decennialang woont, telt Mexico zo’n acht miljoen ambachtslieden. Het MAP toont de wereld wat ze kunnen, en houdt hen ook aan het werk. Elke donderdag worden de beste werken gekozen uit een hele reeks die lokale kunstenaars hen aanbieden. De stukken worden door het museum gekocht voor een eerlijke prijs en er tentoongesteld. Met het geld kunnen de indianen hun families onderhouden, en krijgen ze de mogelijkheid om zich in de kunst van de alebrijes te specialiseren.

Met een mengelmoes aan monsterlijke, dierlijke en menselijke kenmerken in fluokleuren geven de alebrijes uitdrukking aan onze wildste fantasieën. Daar haalde ontdekker Pedro Linares in de jaren 1930 trouwens ook de mosterd. Zwevend tussen leven en dood, droomde hij op zijn ziekbed van kleurrijke wezens die hem in een bos vergezelden.

Eenmaal genezen, maakte Linares de eerste alebrije uit papier-maché tijdens de Mexicaanse goede week. De figuur, die gebaseerd was op de duivel, werd verbrand om angsten uit te drijven. Ondertussen nam ook de indiaanse bevolking uit de Oaxaca-regio de ambacht over, maar combineerde ze met haar jarenlange traditie van houtbewerken.

Alebrijes zijn een belangrijk deel van het Mexicaanse culturele erfgoed geworden. Elk jaar in oktober organiseert het MAP zelfs een grote parade waarin de meest kleurrijke figuren door de straten van de hoofdstad passeren.

Hoewel de surrealistische wezens nogal in het niets vallen in vergelijking met de portretten van de grote Frida Kahlo een zaal verderop, is deze tentoonstelling toch de moeite waard om te bezoeken. En populaire kunst op een sokkel kan alleen maar aangemoedigd worden.

Met dank aan Joris Janssens voor de foto's.

maandag 15 maart 2010

Liefde in haar rauwe gedaante


BRUSSEL – ‘Twilight’-ster Robert Pattinson wil af van zijn vampierenimago, en neemt nu ook serieuze rollen onder handen. ‘Remember Me’ is een not-your-typical love story, en hoewel veel films zichzelf zo omschrijven, werd ik van begin tot eind verliefd op dit romantische drama.

New York, de zomer voor de terreuraanslagen van 11 september 2001.
Tyler Hawkins is een rebelerende rijkeluiszoon die de zelfdoding van zijn broer, en dat is nog zacht uitgedrukt, allesbehalve verwerkt heeft. Vader Charles leeft alleen voor zijn bedrijf, en dat heeft zo zijn gevolgen voor zijn huwelijk.

Ook de kinderen lijden eronder, en niet in het minst Tylers hoogbegaafde elfjarige zus Caroline. De spanningen tussen Charles en zijn zoon lopen vaak hoog op, tot Tyler Ally ontmoet. De twee groeien naar elkaar toe en voor het eerst in jaren lijken ze beide gelukkig te kunnen worden.

Tot hier lijkt ‘Remember Me’ een film vol clichés te zijn. Maar niet alleen geeft regisseur Allen Coulter een nieuwe dimensie aan het begrip romantisch drama, wie na de film de cinema verlaat is zelfs even van slag.

Het verhaal is zo ontroerend dat je er dagen nadien nog over zit te tobben. En hoewel de grote identiteitskwestie van elke twintiger misschien niet zo origineel is, is de uitwerking ervan dat wel.

‘Remember Me’ toont niet alleen de mooie randjes van relaties, maar ook de rauwe werkelijkheid. Tyler en Ally zijn twee gekwetste zielen die elkaar, met ups en downs, weer gelukkig proberen te maken.

En als Tyler het klasgenootje van zijn zus bij de kraag grijpt en het brandblusapparaat door het klasraam gooit, heeft niemand het gevoel dat het teveel wordt. Geweld en tragedie worden vermengd met liefde en vriendschap, en net daarom is ‘Remember Me’ zo realistisch.

Daarbovenop moet gezegd dat Robert Pattinson, ondanks zijn gillende-tienermeisjes-status, een prachtige Tyler vertolkt. Ook de piepjonge Ruby Jerins is een meesterzet van de regisseur. De scènes tussen Caroline en Tyler zijn dan ook echte pareltjes.

Ook Pierce Brosnan speelt zijn rol als de koele businessman Charles met verve. En zoals nagenoeg elke film die zich afspeelt in het bruisende Manhattan, speelt ook de grootstad hier een rol. Het New York van voor 9/11 kan bijna niemand zich nog herinneren.

Ook hierdoor heeft ‘Remember Me’ net dat tikkeltje meer. Wie genoeg heeft van Hugh Grant en co, moet deze film dus beslist gaan zien.

'Remember Me' komt uit in België op 7 april.


///www.rememberme-movie.com

dinsdag 9 maart 2010

Leven en dood in zeven verhalen


BRUSSEL - Zes soldaten kloppen aan bij volkomen onbekenden, een stervende makker over hun schouder. Ze vluchten voor het Duitse leger en vragen aan de vrouw des huizes of ze hun vriend kan begraven. Als de vrouw de naam van de dode vraagt, geeft de jongste soldaat zijn eigen naam op. «Alsof je je rugzak van je rug haalt, maar dan nog meer, heel veel meer.» ‘Bij de dag’ is een van zeven kortverhalen die in ‘Avondlucht’ gebundeld zijn. De subtiele manier waarop Silvio D’Arzo dilemma’s over leven
en dood met een minimum aan woorden beschrijft, is indrukwekkend.


Silvio D’Arzo, Avondlucht, Van Gennep, 96 p., € 9,90 ***

Deze recensie verscheen op 25 januari 2010 in Metro.

zaterdag 6 maart 2010

De Oscars: Battle of the exes

BRUSSEL - Morgen worden de Oscars uitgereikt. Tijdens het filmhoogtepunt van het jaar belooft het een spannende strijd te worden tussen James Cameron en ex-vrouw Kathryn Bigelow, die met 'Avatar' en 'The Hurt Locker' elk negen nominaties in de wacht sleepten.

In de categorie beste film dingen naast 'Avatar' en 'The Hurt Locker' ook onder meer de komedie 'A Serious Man' van de Coen brothers en de animatiefilm 'Up' naar de hoofdprijs.

Andere genomineerden voor beste film zijn Quentin Tarantino's absurde nazifilm 'Inglourious basterds', de dramakomedie 'Up in the air', de coming-of-ageprent 'An Education', Peter Jacksons scifi-film 'District 9', 'The Blind Side' en 'Precious'.

Voor het eerst sinds 1944 maken er in deze categorie weer tien in plaats van vijf films kans op een Oscar.

Zowel James Cameron als Kathryn Bigelow werden ook genomineerd voor beste regisseur. Als Bigelow wint, is ze de eerste vrouwelijke cineast die met en Oscar naar huis gaat.

Lee Daniels is met zijn nominatie voor 'Precious' pas de tweede zwarte regisseur die daar kans op maakt. Ook Quentin Tarantino, die voor zijn 'Basterds' acht nominaties binnenrijfde, en Jason Reitman ('Up in the air') maken kans.

Favoriet voor de Academy Award voor beste acteur is Jeff Bridges, die voor zijn rol in 'Crazy Heart' ook al een Golden Globe op de schoorsteenmantel mocht zetten. Bij de actrices maakt Sandra Bullock het meeste kans voor haar prestatie in 'The Blind Side'.

Christoph Waltz en Mo'Nique zijn dan weer de gedoodverfde winnaars voor hun bijrollen in 'Inglourious Basterds' en 'Precious'.

In de categorie beste niet-Engelstalige film mocht Felix Van Groeningen een nominatie voor 'Helaasheid der dingen' op zijn buik schrijven. Wel nemen, zoals verwacht, het Franse gevangenisepos 'Un Prophète' en het Oostenrijkse drama 'Das Weisse Band' het tegen elkaar op.

Stem in de linkerkolom op je favoriet voor de Oscar voor beste film.

///oscar.go.com

vrijdag 5 maart 2010

Back to the roots


BRUSSEL - Naar de nieuwste plaat van Biffy Clyro is reikhalzend uitgekeken, en met reden, zo blijkt nu. De Schotse rockers keren met ‘Only Revolutions’ terug naar hun roots en ruilen bij momenten de softe ballads in voor enkele ruigere songs. Nieuwere fans van Biffy hoeven echter niet te wanhopen, want ook hun poppy kantjes komen bovendrijven. ‘Mountains’ is een echt pareltje, net als‘Bubbles’, dat door gastgitarist Josh Homme een leuke Queens of the Stone Age-blos op de wangen kreeg. ‘Only Revolutions’ is een lekkere plaat, maar Simon Neil en co vergelijken met Muse, zoals de Britse vakpers dat doet, is ons net een brug te ver.

Biffy Clyro, Only Revolutions, 14th Floor Records ***

donderdag 4 maart 2010

Fris accent


BRUSSEL - Een ‘nieuwe sound’ kweken is in, en dus springt ook Mintzkov op de kar. Voor hun derde album gingen de Lierenaars op zoek naar een producer die met een origineel cachet op de proppen kwam, en die vonden ze in niemand minder dan de Brit Jagz Kooner. De man die ooit nog Massive Attack en Oasis door zijn mengpaneel trok, zorgt voor een verrassende elektronische noot op ‘Rising Sun, Setting Sun’. Aanraders zijn het titelnummer, net als ‘Road Building’ en ‘Finders Keepers’. En hoewel er maar af en toe een streepje stevige rock op de plaat te vinden is, smaakte de nieuwe Mintzkov ons wel.

Mintzkov, Rising Sun, Setting Sun
***

maandag 1 maart 2010

Spinnenweb van vertellingen


BRUSSEL – Peter Verhelst heeft eindelijk weer een nieuwe roman uit. ‘Huis van de aanrakingen’ is een vat vol verhalen over papegaaien, diamanten en zowaar, bollen.

Een van de verhalen-in-verhalen in Verhelsts laatste worp draait rond de Amerikaanse archeologe Tomoko Kidman die in Turkije mysterieuze zwarte bollen opgraaft. Terug in New York wordt ze in een pakhuis met huisnummer 1633 ingewijd in een Japans schaakspel.

Het getal 1633 vormt meteen ook een van de vele rode draden door het boek. In datzelfde jaar werd de Italiaanse geleerde Galileo Galilei veroordeeld tot levenslang huisarrest voor zijn bewering dat, in tegenstelling tot de gangbare opinie toentertijd, de aarde om de zon draait.

Nog in het jaar 1633 maakte de Vlaamse Jean-Baptiste Tavernier menige diamant buit tijdens zijn ontdekkingsreizen in opdracht van de Franse koning.

In ‘Huis van de aanrakingen’ neemt Verhelst ons mee op sprookjesachtige reizen naar verre landen en lang vervlogen tijden. Naast het getal 1633 vormen ook papegaaien een leidraad doorheen de overvloed aan verhalen en symbolen.

Hijzelf mag het dan niet graag horen, maar hij spreidt weer een aardig staaltje avant-garde tentoon in ‘Huis van de aanrakingen’. Zijn roman mag gerust een mystiek pareltje genoemd worden, maar toch waren wij dikwijls het noorden kwijt.

Voor wie graag verdwaalt in een onontwarbaar kluwen van porseleinen beelden, geisha’s en ontdekkingsreizen, is Verhelsts nieuwste best te smaken. Anders is ‘Huis van de aanrakingen’ slechts een aaneenschakeling van poëtische alinea’s waarin je hopeloos verloren loopt.


Peter Verhelst, Huis van de aanrakingen, Prometheus, 331 p., € 19,95


Deze recensie verscheen vandaag ook in Metro.

Lily takes the dog for a walk – a villanelle

Lily takes the dog for a walk.
It’s January and there is snow.
The neighbour screams and drops her fork.

“For dinner we are having pork.”
‘Yes, Mum. I’ll be back in a mo!’
Lily takes the dog for a walk.

The icy street is white as chalk.
‘Come, Joe,’ Lily says, ‘here we go!’
The neighbour screams and drops her fork.

A ginger cat chases a hawk.
‘Stop it, Joe! There’s no need to tow!’
Lily takes the dog for a walk.

Yellow lorry brakes ‘n two eyes gawk.
In the snow lies a purple bow.
The neighbour screams and drops her fork.

The lorry driver starts to talk.
“I didn’t see her! I didn’t know!”
Lily takes the dog for a walk.
The neighbour screams and drops her fork.



I wrote this villanelle for a Creative Writing course at Birmingham City University two years ago. I have to admit that some rhyme is slightly forced, but I am still quite happy with the result.

maandag 22 februari 2010

'The Hurt Locker' beats 'Avatar' at Baftas

LONDON This year's big winner at the Baftas is 'The Hurt Locker'. Carey Mulligan en Colin Firth were named best actress and actor.

Kathryn Bigelow took six awards home tonight for 'The Hurt Locker', the story of bomb disposal experts in Iraq, including the prestigious prize for best film. She was also named best director and is the first woman to win this award. Bigelow triumphed over ex-husband James Cameron ('Avatar') and Jason Reitman ('Up in the air').

Carey Mulligan, who won the Bafta for best actress due to her performance in 'An Education', an adaptation of journalist Lynn Barber's autobiography, told the BBC she "didn't imagine in a million years that this would happen." Mulligan beat other stars including Meryl Streep, for her role in 'Julie and Julia', and French actress Audrey Tautou in 'Coco before Chanel'. Her award was the only win for 'An Education', despite eight nominations.

Best actor was Colin Firth, for his portrayal of a gay university professor in 'A Single Man.' The film was fashion designer Tom Ford's directorial debut. Firth outrivaled, among others, George Clooney.

James Cameron's 3D epic 'Avatar', up for eight awards, only came away with two, for special visual effects and production design.

Christoph Waltz won best supporting actor for Quentin Tarantino's 'Inglourious Basterds'. Mo'Nique was named best supporting actress for her role as an abusive mother in 'Precious'.

Best film in a foreign language winner was French crime 'A Prophet'.

Disney/Pixar's 'Up' won the Bafta for best animated film.



/// news.bbc.co.uk/2/hi/entertainment/8526670.stm

vrijdag 19 februari 2010

Mag het iets minder zijn? - een opiniestuk

De cultuurjournalistiek ligt onder vuur. Nu zelfs de kwaliteitsmedia zich steeds meer verlagen tot het brengen van media- en televisienieuws, in plaats van serieuze culturele berichtgeving, trokken vorig jaar enkele journalisten aan de alarmbel.

Onder de noemer ‘Press for More’ klagen zij de daling aan van evaluerende beschouwingen en kritische artikels op de cultuurpagina’s van zowel De Standaard als De Morgen. In hun perstekst omschrijven ze de culturele berichtgeving van de Vlaamse kwaliteitsmedia als “te weinig, te oppervlakkig en te banaal.” Recensies van activiteiten worden steeds korter en moeten plaatsmaken voor aankondigingen, terwijl de berichtgeving over bepaalde kunsttakken, zoals jazz, architectuur, klassieke muziek en beeldende kunst, ver te zoeken is.

Natuurlijk hebben de heren en dames van ‘Press for More’ gelijk, of toch groten-deels. De cultuurberichtgeving is lang niet meer wat ze geweest is. Zoals Geert Buelens in De Morgen al aangaf, gaat “de aandacht nu in toenemende mate naar wat al groot en bekend is”, of waarvan verwacht wordt wat “middels een georkestreerde mediahype dat heel snel zal gaan worden.”

Jaarlijks worden de cultuurpagina’s van alle kranten twee maanden lang gevuld met ‘nieuws’ en faits divers over ‘De slimste mens’. Ongelukkig genoeg organiseert Studio Brussel in dezelfde periode haar benefietactie voor het Rode Kruis, waardoor er in december, behalve een quiz met bekende koppen en Music for Life, nauwelijks iets anders te vinden is in het ‘cultuur’-gedeelte van de kranten.

Ik begrijp het wel, hoor. De concurrentie is alomtegenwoordig en wie niet op de kar springt, mag het vergeten. Of zoals Peter Vantyghem, hoofd van de cultuurredactie van De Standaard, het omschrijft: “We moeten ons aan de tijdsgeest aanpassen. Doordat televisie veel aan macht heeft gewonnen, kunnen de kwaliteitskranten niet anders dan ook populaire fenomenen op te nemen, willen ze nog aantrekkelijk bevonden worden door hun lezers.”

Akkoord, lezersonderzoeken zijn van cruciaal belang voor een krant, want wie brengt wat niemand wil lezen, verliest kostbare abonnees. Akkoord, De Standaard moet vooruit en dat kan alleen door zich ook op de jongere generaties te richten, met dus katernen vol Music for Life en sluikse promotie voor Rock Werchter.

Maar kunnen de cultuurbonzen van alle media, van populaire tot andere kranten, en van de VRT tot VT4, misschien eens spelen met de idee dat het publiek binnen afzienbare tijd al dat medianieuws kotsbeu zal zijn? Net zoals met alle fenomenen hebben lezers en kijkers het na een tijdje wel gehad. Of het nu het gezicht van Bart Peeters is op tv of foto’s van een laveloze Amy Winehouse in de krant.

En hoewel Peter Vantyghem overduidelijk gelijk heeft als hij zegt dat er alleen maar cultuurpagina’s zijn bijgekomen de laatste jaren, vraag ik vriendelijk maar met aandrang de berichtgeving wat in te krimpen en te streven naar kwaliteit.

Uw lezer zal er binnenkort zelf om vragen.

vrijdag 5 februari 2010

Uit-tip: Modernisme op oud-Griekse wijze


BRUSSEL De naam Domenikos Theotokopoulos doet waarschijnlijk geen belletje rinkelen, maar zijn bijnaam El Greco doet dat vast wel.

In het Paleis voor Schone Kunsten kun je nog tot 9 mei terecht voor een boeiend overzicht van de artistieke evolutie van de zestiende-eeuwse Grieks-Spaanse meester, die soms wel een modernist avant la lettre genoemd wordt.

Van 'De tranen van Sint-Petrus' tot 'De heilige familie' (foto), het zijn maar enkele van de markante schilderijen die je er kunt gaan bewonderen.

Het hoogtepunt van de expo is, met haar opvallend kleurgebruik en expressieve vormentaal, de reeks Apostelen die na hun doortocht in Brussel definitief naar het El Greco-museum in het Spaanse Toledo verhuizen.

Wie wil zien waar schilders als Picasso en Jackson Pollock hun mosterd haalden, weet waarnaartoe. Tickets kosten € 10.

/// www.bozar.be

Voor andere uit-tips kun je vandaag terecht bij Metro.

Het doek valt voor Miramax

BRUSSEL De Amerikaanse filmstudio Miramax heeft vorige week zijn deuren gesloten. Voor eigenaar Disney bleven verwachte successen aan de kassa uit. Hollywood is er een toonaangevende springplank voor onafhankelijke films mee kwijt.

Het doek is gevallen voor Miramax. The Walt Disney Company, die de filmstudio in 1993 overnam, had de 'herstructurering' al in oktober aangekondigd. De kantoren in Londen, New York en Los Angeles gaan dicht. Tachtig werknemers verliezen hun job.

Miramax werd in 1979 opgericht door de New Yorkse broers Bob en Harvey Weinstein als een studio voor 'indie films', onafhankelijke projecten waar de grote studio's om commerciële redenen hun neus voor ophaalden.

Miramax boekte zijn eerste grote succes met het drama 'Sex, Lies and Videotape' in 1989. Regisseur Steven Soderbergh werd er eensklaps mee beroemd, en sleepte er in Cannes de Gouden Palm mee in de wacht.

Ook voor andere eigenzinnige filmmakers was Miramax het perfecte opstapje naar succes. Quentin Tarantino bracht er zijn debuutfilm 'Reservoir Dogs' uit. Ook zijn 'Pulp Fiction' werd onder de vleugels van de Weinsteins een succes, net als 'The English Patient' en 'Trainspotting'.

In 1993 kocht The Walt Disney Company Miramax op voor 75 miljoen dollar. Bob en Harvey bleven de studio runnen en mochten hun eigen ding blijven doen. Bij de jaarlijkse Oscars maakten ze de andere studio's steevast belachelijk door de grote kwaliteit van hun films. In totaal sleepte Miramax 220 nominaties in de wacht.

Toch bekoelde de liefde tussen de Weinsteins en Disney. Blockbusters waren voor die laatste te belangrijk, Miramaxfilms daarentegen te controversieel. In 2005 verlieten de broers hun geesteskind om een nieuwe maatschappij op te richten, The Weinstein Company.

De afgelopen weken hebben Bob en Harvey nog geprobeerd Miramax te redden, maar tevergeefs. De zes films die bij de studio nog in productie zijn, waaronder 'The Debt' met Helen Mirren, komen waarschijnlijk met veel vertraging in de zalen.


Dit artikel verscheen eerder al in Metro op 1 februari 2010.

woensdag 3 februari 2010

Booker Prize for 'lost' 1970 novels



LONDON The Booker Prize Foundation has announced that it will organise a special edition this year for the best English novel published in 1970.

The prestigious literary prize was originally awarded for any book published in the previous year. In 1971 the rules were altered and the Booker Prize became an award for the best novel published in the same year.

Subsequently, a wealth of books by authors like Iris Murdoch, Joe Orton and Muriel Spark fell through the net and were never eligible.

However, the organisers have now decided to give the writers, some of whom have died in the meantime, the chance to win a special award, the Lost Man Booker Prize.

"Our longlist demonstrates that 1970 was a remarkable year for fiction written in English", Ion Trewin, literary director of the Man Booker Prizes, said on the BBC. "Recognition for these novels and the eventual winner is long overdue."

A panel of three judges, all of whom, funnily enough, were born around 1970, will select six titles from the 22 novel longlist.

The judges are journalist and critic Rachel Cooke, ITN newsreader Katie Derham and the poet and novelist Tobias Hill.

Their shortlist will be announced in March. The public will decide the winner by voting via the Man Booker Prize website.

The winner of the Lost Man Booker Prize will be announced in May.


Please vote for your favourite 1970 English novel via the poll on the left.


Lost Man Booker Prize longlist

Brian Aldiss, The Hand Reared Boy
HE Bates, A Little Of What You Fancy?
Nina Bawden, The Birds On The Trees
Melvyn Bragg, A Place In England
Christy Brown, Down All The Days
Len Deighton, Bomber
JG Farrell, Troubles
Elaine Feinstein, The Circle
Shirley Hazzard, The Bay Of Noon
Reginald Hill, A Clubbable Woman
Susan Hill, I'm The King Of The Castle
Francis King, A Domestic Animal
Margaret Laurence, The Fire Dwellers
David Lodge, Out Of The Shelter
Iris Murdoch, A Fairly Honourable Defeat
Shiva Naipaul, Fireflies
Patrick O'Brian, Master and Commander
Joe Orton, Head To Toe
Mary Renault, Fire From Heaven
Ruth Rendell, A Guilty Thing Surprised
Muriel Spark, The Driver's Seat
Patrick White, The Vivisector

///www.themanbookerprize.com

vrijdag 29 januari 2010

'Catcher in the Rye'-auteur overleden

De Amerikaanse auteur J.D. Salinger, bekend van zijn cultklassieker 'The Catcher in the Rye', is op 91-jarige leeftijd overleden. Volgens zijn zoon stierf hij een natuurlijke dood in zijn huis in de Amerikaanse staat New Hampshire.

'The Catcher in the Rye' (Nederlandse vertaling: 'De Vanger in het Koren') werd voor het eerst gepubliceerd in 1951 en vertelt het verhaal van de opstandige tiener Holden Caulfield. Het boek behoort tot de meest invloedrijke van de Amerikaanse moderne literatuur.

Na het succes van zijn boek trok Jerome David Salinger zich terug uit het openbare leven en werd een kluizenaar.

Hij schreef nog kortverhalen en enkele romans, maar niets van zijn latere werk had zo'n weerklank als 'The Catcher in the Rye'.

Sinds 1965 is er van Salinger's werk niets meer gepubliceerd. Volgens de BBC had de schrijver in zijn huis wel een grote kluis met daarin maar liefst vijftien voltooide manuscripten.

Over de jaren heen hebben film- en toneelmakers, waaronder Steven Spielberg en Harvey Weinstein, vruchteloos geprobeerd om 'The Catcher' op het podium of het witte doek te brengen. Salinger heeft dat echter al die jaren geweigerd.

Dat de cultus van de opstandige Holden veel invloed heeft gehad, bleek ook in het onderzoek naar de moord op ex-Beatle John Lennon. Zijn moordenaar Mark David Chapman haalde naar eigen zeggen immers zijn inspiratie uit het boek.

Van 'The Catcher in the Rye' zijn wereldwijd meer dan zestig miljoen exemplaren verkocht.


///news.bbc.co.uk/2/hi/americas/8486169.stm
///www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/cultuur%2Ben%2Bmedia/kunsten/100128_salinger

donderdag 28 januari 2010

Nouvelle Bruxelles-Midi

Dear all,

I am proud to announce that 'Bruxelles-Midi' will be a culture blog from now on. After months of messing about I will entertain you with a variety of culture news from all over the world. Tune in on 'Bruxelles-Midi' for features, both in Dutch and English (and maybe occasionally in Spanish or Swedish, who knows), about literature, films, music and so on. If you have any suggestions, please let me know.

Culturally yours,

Eldrid

woensdag 27 januari 2010

Winnaars van Herman De Coninckprijzen bekend

De Herman De Coninckprijs voor beste dichtbundel gaat dit jaar naar Paul Bogaerts 'De slalom soft'. De prijs is goed voor € 6.000.

Debutant Andy Fierens gaat naar huis met de Herman De Coninck Debuutprijs, ter waarde van € 1.000, voor zijn bundel 'Grote smerige vlinder'.

De winnaar van het beste gedicht is Roel Richelieu Van Londersele. Het publiek koos online overtuigend voor zijn 'Mats'.


Mats

je zadelt mijn rug en sterk
rijden we een nieuwe ochtend in

meesterlijk, vanuit de hoogte, kies je
het golvend landschap voor je dag

jij, de uitvinder van de kleine glimlach
en van de ernst, als je waakt over onze vissen

in bad warmen we samen het water
en geven het aan kapiteins en matrozen

een lied en het schoonschrift word je,
ik de plek om stem en papieren te bewaren

je bent de tekening en het krijt
meer dan ik uit mij verwachtte

mijn voorraad ben je elke dag
je houdt mij op de wereld




De Herman De Coninckprijzen worden morgen officieel uitgereikt tijdens de slotshow van Gedichtendag in Antwerpen.

///www.boek.be

maandag 25 januari 2010

Robert Pattinson talks about his latest film 'Remember Me'



On 11 March I will publish an interview with British actor and Twilight star Robert Pattinson on this blog, as well as a review of his latest film 'Remember Me'. The article will also be published in Metro.

The reason for this delayed publication is the embargo of Summit Entertainment I am bound to.

In 'Remember Me', Pattinson plays the role of Tyler Hawkins, a rebellious NYU student who still grieves over his brother Michael.
The relationship with his father (Pierce Brosnan) has been strained ever since tragedy separated their family. Tyler's 11-year old sister Caroline (played by a magnificent Ruby Jerrins) is a very talented artist, but is bullied at school.

One day Tyler meets Ally (Emilie de Ravin), the daughter of the police officer (Chris Cooper) he had a fight with. Love was the last thing on Tyler or Ally's mind, but as they manage to find a renewed happiness in each other, they fall for each other. Soon though, hidden secrets are revealed and their pure love threatens to fall apart.

'Re­mem­ber Me' is an un­for­get­table sto­ry about the pow­er of love, the strength of fam­i­ly, and the im­por­tance of liv­ing pas­sion­ate­ly and trea­sur­ing ev­ery day of one’s life.

'Remember Me' hits Belgian cinemas on 11 March 2010.


///www.youtube.com/watch?v=uWQV6-QgGjI#watch-main-area

"Het hongerige monster moet sterven" - Michael Moore gaat de strijd aan met het kapitalisme



BRUSSEL - Regisseur Michael Moore trekt opnieuw van leer tegen de demonen van de Amerikaanse maatschappij, en bij uitbreiding die van de hele wereld. In zijn nieuwste documentaire 'Capitalism: A Love Story' moet, je raadt het al, het kapitalisme het ontgelden. Moore spaart niets of niemand, en geeft ons alle complotten op een schoteltje.

Twintig jaar geleden liet Michael Moore zijn eerste documentaire op ons los. In 'Roger & Me' vertelde 's werelds meest gevreesde regisseur het verhaal van de tienduizenden werknemers die in zijn geboortestad Flint, in de staat Michigan, hun job bij General Motors verloren.

Tien films later legt de maker van 'Fahrenheit 9/11' de Amerikaanse economie opnieuw op het kapblok, alleen breidt hij zijn terrein nu uit tot het hele land. De kern van 'Capitalism: A Love Story' is de vraag welke prijs Amerika betaalt voor zijn kapitalisme en hebzucht. De financiële crisis die eerst de Verenigde Staten lam legde en daarna een spoor van vernieling trok door de rest van de wereld, vormt de aanleiding voor zijn 'love story'.

"Alle films die ik tot nu toe gemaakt heb, van 'Roger & Me' tot 'Sicko' (Moore's diagnose van de Amerikaanse gezondheidszorg, red.), komen altijd neer op één centraal thema, bezorgdheid. Het economische systeem dat we hebben is oneerlijk, onrechtvaardig en ondemocratisch. Er ontbreekt een ethische kern. Ik kan blijven films maken in de volgende jaren over de volgende General Motors of wat dan ook, maar ik vond dat ik beter eens ter zake kwam."

Moore neemt ons mee naar de gewone Amerikaan die door de crisis alles kwijt is. 'Capitalism' toont tragische beelden van huilende Amerikanen die omwille van hun schuldenlast uit hun huis gezet worden. Of wat dacht je van bedrijven die, na de dood van een werknemer, de levensverzekering opstrijken in plaats van de nabestaanden?

Moore laat, in ware CSI-stijl, zelfs de beursgebouwen in Wall Street, het financiële hart van de wereld in New York, afspannen met politielint: een 'crime scene' die bol staat van de misdrijven. Hij zoekt over het hele land naar uitleg, en wat hij vindt heeft alle kenmerken van een klassieke liefdesbreuk: leugens, misbruik, bedrog ... en dagelijks 14.000 jobs die verdwijnen.

Moore heeft duidelijk genoeg van het kapitalisme, dat hij de grootste vergissing uit de geschiedenis van de mensheid noemt. "Het is een beest dat altijd honger heeft, 24 uur per dag en zeven dagen in de week. Daarom moet het monster sterven. Ik weiger in een land als dit te leven, maar vertik het weg te gaan."

Moore wil een échte democratie in de plaats. "In 'Capitalism' stel ik voor om het economische systeem te herstructureren, zodat mensen er beter van worden, en niet alleen de rijkst 1% die meer hebben dan de onderste 95% samen. Hoe kunnen we van een democratie spreken als dat procentje niet alleen alle rijkdom bezit, maar ook het Congres en dus alle beslissingen in handen hebben? What the fuck happened?"

Hoewel Moore als een stormram door de financiële wereld raast, zit er, zoals gewoonlijk, ook veel humor in zijn film. Als hij, met een grote zak in de hand, aan de banken de 700 miljard dollar terugvraagt die de overheid in hun redding stopte, kan niemand een lach onderdrukken. Ook het stuk waarin Moore voorspelt wat er zou gebeuren mocht Jezus een kapitalist zijn, werkt op de lachspieren.

///www.capitalismalovestory.com


Dit artikel verscheen eerder in Metro op 6 januari 2010.